Ben Sombogaart: “Altijd zoeken naar de ziel van een verhaal”

Regisseur Ben Sombogaart vertelt over de afwegingen die hij maakt bij boekverfilmingen.

Geplaatst op 25 augustus 2017

Boekverfilmingen. Ieder jaar verschijnen er weer tientallen van in de bioscoop. Voer voor vergelijkingen en discussies, zeker onder de kijkers die het origineel een warm hart toedragen. In aanloop naar CineFest Roermond (15 en 16 september) spraken we met regisseur Ben Sombogaart, die zich inmiddels een expert op het gebied van literatuurbewerkingen mag noemen.

“Het boek wordt een scenario, maar dat is nog maar een halfproduct waar je met een grote groep vervolgens mee aan de slag gaat.”

Van bestseller naar blockbuster

Kijk alleen al naar het cv van de Amsterdamse filmmaker. Van de dertien bioscoopfilms die hij regisseerde, zijn er negen op een boek gebaseerd en werden er drie originele scenario’s (De jongen die niet meer praatte, Bride flight en De storm) tijdens het maken omgevormd tot boek. Film en literatuur zijn onlosmakelijk met Sombogaarts carrière verbonden.

“In de eerste plaats moet een verhaal me aanspreken”, vertelt de regisseur. “Daar staat of valt alles mee. Maar een bekend boek als basis heeft intussen ook sterke voordelen. Je hebt immers al belangstelling en dus een potentieel publiek. Daarmee weet je van tevoren dat er een bepaald percentage lezers naar die film zal gaan. En met zo’n minimum aantal bezoekers kun je je weer permitteren om een film wat duurder te maken dan gemiddeld.”

“In de eerste plaats moet een verhaal me aanspreken. Daar staat of valt alles mee.”

Concessies en aanpassingen

Op die manier maakte Sombogaart miljoenenproducties van geliefde boeken als Kruistocht in spijkerbroek, De tweeling en Koning van Katoren. Toch heeft zo’n financiering ook vaak directe effecten op het eindproduct, weet de 70-jarige cineast: “Kruistocht was zo duur dat hij onmogelijk zonder internationaal geld kon. Maar vanwege de Engelse financiers moest hij ook in die taal gesproken worden, terwijl de film eigenlijk voornamelijk bestemd was voor Nederlandse bezoekers. Zo’n aanpassing betekent dat je een deel van het publiek minder makkelijk bereikt, dus dan moet je er later andere stemmen onder zetten en dat gaat weer ten koste van de authenticiteit. Maar zonder zulke ingrepen hadden we hem überhaupt niet kunnen maken.”

De verfilming van Thea Beckmans populaire jeugdboek werd op meer belangrijke punten onder handen genomen, vertelt Sombogaart. “Een personage dat in het boek een student was, werd vervangen door een meisje waar de hoofdpersoon verliefd op wordt. Best een stevige ingreep, maar het leverde romantiek op en het verhaal werd interessanter voor zowel jongens als meisjes. Voor de kenners van het boek was dat even wennen, maar het belangrijkst vonden ze uiteindelijk dat de essentie van het avontuur overeind bleef.”

Kiezen wat je weglaat

“Ook bij Abeltje en Knielen op een Bed Violen hebben we flinke ingrepen in het verhaal gemaakt”, gaat Sombogaart verder. “Een boek is meestal veel te dik om één op één te verfilmen, dus moet je kiezen wat je weglaat. Vaak zijn er te veel personages, dus kun je die bijvoorbeeld laten samensmelten in één persoon. Ingrijpend voor het verhaal, maar als je het zorgvuldig doet, hoeft het niet te storen voor de kenners.”

“Mensen die een boek diep koesteren, willen we niet teleurstellen. Je moet dus van tevoren goed op zoek gaan naar de ziel van het verhaal. Waarom vinden mensen een boek zo bijzonder? Vervolgens ga je heel voorzichtig daaromheen je eigen bewerking maken. Je kunt dan nooit alles letterlijk verfilmen, maar de meest waardevolle elementen voor lezers wil je er 100% in hebben.”

Intussen blijft er iedere keer nog legio ruimte over voor eigen inbreng. “Het boek wordt een scenario, maar dat is nog maar een halfproduct waar je met een grote groep vervolgens mee aan de slag gaat. Shotkeuze, decors, muziek, kostuums, acteerwerk; over ieder stapje moet een beslissing worden genomen. Dat is een heel creatief proces. Ieder boek is anders, dus is iedere aanpak voor een verfilming dat ook.”

“Ieder boek is anders, dus is iedere aanpak voor een verfilming dat ook.

Variatie in stijl

Dat iedere verfilming anders is, is duidelijk zichtbaar wanneer je Sombogaarts films naast elkaar legt. De speelse bewerking van Pluk van de Petteflet, met handpoppen en versimpelde decors, lijkt in de verste verte niet op de sobere en kille stijl van Knielen op een Bed Violen. Hoewel ook die keuzes zich soms weer laten bepalen door het beschikbare geld. Sombogaart over Pluk van de Petteflet: “Het oorspronkelijke idee was om die film met hoogstaande animatie te maken, vermengd met live-action. Maar dat werd een heel duur verhaal en dan moet je je gaan afvragen of je zo’n investering er wel uithaalt met het beoogde aantal bezoekers. Dat spoor was doodlopend. Maar ik had toen net met handpoppen gewerkt voor de tv-serie Ibbeltje, ook gebaseerd op een boek van Annie M.G. Schmidt. Producent Burny Bos zag in dat dat met Pluk ook heel goed zou kunnen werken. Zulke dingen zijn heel leuk om uit te zoeken.”

Rafaël

In oktober starten de opnames voor Rafaël, gebaseerd op wat de Eindhovense Winny in 2011 overkwam toen ze Tunesië ontvluchtte om in Nederland te bevallen en haar echtgenoot als illegale immigrant achter haar aan moest zien te reizen. Christine Otten schreef er in 2014 een gelijknamig boek over. “We vertellen min of meer hetzelfde verhaal, maar verder heeft het niet veel met onze film te maken”, vertelt Sombogaart. “Christine Otten is heel dichtbij de werkelijkheid gebleven en heeft een haast documentair verslag gemaakt. Wij hebben onze eigen research gedaan. Bij het maken van de film veroorloven we ons veel meer vrijheiden ten opzichte van het waargebeurde verhaal. Het is fictie dat op feiten is gebaseerd, dramatischer, met personages waar kijkers zich goed mee kunnen identificeren. Zo ontstaat er een ander verhaal, met hetzelfde onderwerp. Want ook al beoog je hetzelfde, er blijft een groot verschil bestaan tussen boek en film.”

“Want ook al beoog je hetzelfde, er blijft een groot verschil bestaan tussen boek en film.”