De film was beter… Of toch het boek?

In gesprek met filmjournalisten Luuk van Huët en Luuk Imhann.

Geplaatst op 15 augustus 2017

“Books and movies are like apples and oranges: they are both fruit, but taste completely different”, aldus Stephen King, wiens boeken veelvuldig, al dan niet succesvol, verfilmd zijn. En die films? Die zijn veelvuldig, al dan niet kritisch, vergeleken met de boeken. Maar zijn dergelijke vergelijkingen eigenlijk wel terecht? En als we ze dan toch maken: wanneer is een boekverfilming geslaagd? We spraken erover met filmjournalisten Luuk van Huët en Luuk Imhann.

“Dan kun je zelfs van een slecht boek nog iets maken dat om aan te zien is.”

Filmjournalisten Luuk van Huët en Luuk Imhann gaan voor Cine.nl wekelijks met elkaar in filmdebat over actuele arthouse, cultfilms, blockbusters en klassiekers. Voor de Dag van het Fantastische Boek doken ze dit voorjaar op verzoek van het Imagine Film Festival in de wereld van de boekverfilmingen tijdens een presentatie in het Compagnietheater.

Om maar meteen af te trappen met een cliché-uitspraak: “Het boek was echt veeeeel beter…”

Van Huët: “Ik hoor hem eigenlijk niet eens zo vaak. Maar áls ik hem hoor, dan zucht ik wel ja. Hij wekt lichte irritatie op…”

Imhann: “Het is ook niet zinvol om die vergelijking aan te gaan. Ik hoor de uitspraak wel vaak, en iedereen die hem maakt, heeft beide kunstvormen niet begrepen.”

Licht dat eens toe…

Imhann: “Geen enkel kunstgenre is beter of minder is dan het andere. Picasso was niet beter dan The Beatles, zoals de Odyssee niet beter was dan The Fast and Furious 8. Iets meer gelaagd hoogstens. En in die gelaagdheid zit het hem. Elke film is opgebouwd uit grofweg veertig tot zestig scenes: bij romans is dit vaak twee keer zo hoog. Dus minstens de helft van je materiaal moet eruit om ons niet op te zadelen met een film die langer duurt dan we in een stoel willen staren naar een scherm. Een film kijk je in een ruk van twee uur, waar je het boek in veel stappen van minuten, en uiteindelijk uren, tot je neemt. Je kunt het misschien beter zien als twee versies van het verhaal waarbij de een meer raakt.”

Maar het is natuurlijk wel mogelijk dat een filmmaker de essentie van het boek niet goed weet te vertalen naar het witte doek en de verfilming daardoor niet goed valt bij het publiek.

Imhann: “Dat is absoluut mogelijk. Geen maker is zonder thema, en wanneer hij zijn best doet dit wel te zijn, eindigen we met een bewerking die we ‘liefdeloos’ noemen. Er zat geen hart in, vinden we dan, geen ziel. Dat is denk ik de reden waarom we soms boekverfilmingen vreselijk vinden, of hoe we van onze favoriete boeken hopen dat die nooit zullen worden verfilmd.”

Wat is eigenlijk de grootste misvatting als het om boekverfilmingen gaat?

Van Huët: “Dat een goed boek een goede verfilming mogelijk maakt. Volgens mij kun je met minder moeite een origineel script schrijven dan het werk verzetten om een boek als uitgangspunt te nemen voor een film.’

Imhann: “En dat de film dus om hetzelfde thema moet draaien als het boek. Denk bijvoorbeeld aan de totaal verschillende openingen van Lord of the Rings: waar Tolkien een heuvellandschap schetst met een klein mannetje dat heel oud is, geeft Peter Jackson ons de wijdte van de wereld, gewelddadig, groots en fantasievol… Het is niet toevallig: niets in films is toevallig, net zoals in boeken niets toevallig is. Verschillende makers verhouden zich verschillend tot het bronmateriaal. Wat de een ziet als een nieuwe mythe, een sprookje wat uitgroeit tot een legende, kan een ander zien als een analogie van een allesvernietigende oorlog.”

Over genres gesproken… VPRO Cinema-redacteur Rick de Gier maakte in een artikel een onderscheid tussen ‘relatief pretentieloze romans of romans vol fantastisch spektakel’ en ‘serieuze literatuur’. De trouwe literatuurverfilmingen mogen wat hem betreft worden afgeschaft…

Imhann: “Wat een onzin. Waar liggen de grenzen? Wat noemt hij serieuze literatuur? En kunnen fantasieboeken dan geen serieuze literatuur zijn? Ik ben benieuw hoe je bijvoorbeeld Murakami indeelt of de artistiekere werken van David Mitchell en Stephen King. En als een hondstrouwe adaptatie miljoenen mensen naar de bioscoop trekt die ervan genieten, moet je dan zeggen dat dit genieten misplaatst is?”

Van Huët: “De Gier heeft een punt, maar zet Jurassic Park, Lord of the Rings en Blade Runner weg als ‘relatief pretentieloze romans of romans vol fantastisch spektakel’. Om vervolgens wel met The Road van McCarthy en The Shining aan te komen. Elitair en inconsequent.”

Alle nuancering daar gelaten… welke boekverfilming had wat jullie betreft nooit gemaakt mogen worden?

Van Huët: “Publieke Werken had er niet per se hoeven zijn. Ik gun het natuurlijk alle hardwerkende acteurs, cameralieden, regisseurs en special effects-makers een goed belegde boterham, maar als je in Hongarije gaat filmen met Europees geld, is dat toch eerder een werkverschaffingsproject dan een film die gemaakt wordt uit noodzaak van een verhaal dat verteld moet worden.”

Imhann: “Ik denk dat The Hobbit een interessant voorbeeld is van een film die niet zozeer nooit gemaakt had mogen worden, maar dat wel toont waar het mis kan gaan. Een regisseur (Del Toro) vertrekt plotseling terwijl de productiemachine al loopt, waardoor een ander (Jackson) moet inspringen. En daarmee begint aan een werk waarvoor hij de artistieke grondvisie niet had. Dat wordt het een moeilijk verhaal…”

Welke ingrediënten zijn nodig om een boekverfilming wél te laten slagen?

Imhann: “Als we dat wisten, dan schrijven we nu een lijst van criteria waaraan adaptaties moeten voldoen en verkopen we dat voor bakken met geld aan producenten haha! Er is veel nodig van wat je weet en wat je (nog) niet weet: er is volgens mij geen enkele waarde die alle ‘geslaagde’ boekverfilmingen met elkaar gemeen hebben.”

Van Huët: “Ik denk dat een filmmaker in ieder geval in staat moet zijn om het boek dusdanig los te kunnen laten om een eigen verhaal te kunnen vertellen. Dan kun je zelfs van een slecht boek nog iets maken dat om aan te zien is.”

Helpt het als de auteur van het boek nauw betrokken is bij het maakproces van de film?

Van Huët: “Dat ligt heel erg aan de auteur. Kijk naar de wanstaltige verfilming van 50 shades of Grey. Dat E.L. James zich tijdens de films constant aan het bemoeien was met de filmmakers, die echt hun best deden van het belabberde bronmateriaal nog een aardige film te maken, hielp niet echt.”

E.L. James liet zich overigens nog openlijk uit over de felle discussies met de filmmakers. En kijk naar Herman Koch: die vertrok boos uit Berlijn na de filmpremière van The Diner. Is het terecht dat schrijvers na de release van de boekverfilming hun teleurstelling delen met de media?

Van Huët: “Meestal is kritiek in ieder geval een slechte PR-move… Stephen King was zo pissig over The Shining dat hij zelf een mini-serie maakte. Die had wellicht meer gemeen met het boek, maar Kubricks film staat toch echt op eenzame hoogte in vergelijking met de vermakelijke serie…”

Imhann: “Ik denk niet dat je kritiek moet hebben als schrijver. Je weet dat iemand niet jouw visie heeft op het thema van het verhaal, op de beweegredenen en op de moraal. Alle inhoudelijke keuzes, van de casting en montage tot cinematografie, worden op basis daarvan gemaakt. Het hebben van kritiek op een verfilming van je werk, is het niet begrijpen van de fundamentele kwesties die ‘het vertellen van een verhaal’ en ‘het bewerken van een verhaal’ heten. Alles wat iedereen maakt is immers een variatie op wat al gemaakt is.”

Het is oneindig…

Imhann: “Precies. Homerus draait zich toch ook niet om in zijn graf als Nebraska en The Revenant uitkomen?”

Staan er boekverfilmingen op de planning waar jullie je erg op verheugen?

Imhann: “Het leven is vurrukkulluk van Frans Weisz.”

Van Huët: “Ik ben een echte Marvel-fan, dus als stripverfilmingen hieronder mogen vallen, kijk ik met uitpuilende oogjes uit naar Thor: Ragnorok en The Defenders. Wat literatuur betreft, hoop ik dat Roger Avery zijn verfilming van Glamorama van Bret Easton Ellis ooit afmaakt. En dat we ooit mogen gaan genieten van een accurate verfilming van het oeuvre van William Gibson, de Godfather van de Cyberpunk. Daarnaast zou ik erg blij worden als iemand het aan zou durven om iets van Jeff Noon of Poppy Z. Brite te verfilmen.”

Imhann: “Ik hoop vooral dat er goede films gemaakt worden, al dan niet als adaptatie van boeken.”