Flikken Maastricht. Al tien jaar een kijkcijferkanon èn een klinkende promotie voor Maastricht en het heuvelland. Het was toenmalig burgemeester Gerd Leers, die er persoonlijk nog stevig voor gelobbyd had om de serie naar zijn stad te krijgen. Het lukte! Namens de toenmalige Politieregio Limburg-Zuid werd brigadier Erik van Rijsselt aan het productieteam toegevoegd. Hij bleek een onmisbare ‘regelneef’ te zijn (“Ik had veel ervaring met evenementenbegeleiding.”) en loopt nu dus ook al een decennium mee in het Flikken-team. Voor alle duidelijkheid: buiten het zicht van de camera. Hij kijkt tot nu toe terug op mooie Flikken-jaren. Het is volgens hem prettig werken in het gastvrije en coöperatieve Limburg. Echter, wil de zuidelijkste provincie van Nederland serieus genomen worden als filmregio, dan moet er nog heel wat verbeterd worden, zo heeft hij ervaren.
“De opleidingen hier leveren mensen af met een te laag niveau. Het zijn geen werkers die stevig aanpakken en deel kunnen uitmaken van een geolied team.”
Maastrichtenaar Erik startte zijn carrière lang geleden in Amsterdam, op het roemruchte Bureau Warmoesstraat. “Dat was de tijd van de krakersrellen in de jaren tachtig en de periode waarin de Zeedijk vergeven was criminaliteit. Het was voor mij een heftige periode en ik vond het een verademing toen ik in Maastricht aan de slag kon!” Erik kan dus bogen op de nodige ervaring in de vele facetten van het politievak en daar maakt Flikken dankbaar gebruik van. “Ik controleer de scenario´s op realiteitsgehalte, de scriptschrijvers doen wat dat betreft vaak een beroep op mij. Ik check dan of een en ander overeen zou kunnen komen met de dagelijkse politie-praktijk.”
Salamanders
Zeven maanden per jaar staat Erik fulltime ter beschikking van Flikken. Hij heeft zijn handen vol aan zijn taak als schakel tussen de productie en de regio. Geen enkele locatie wordt ingezet voor opnames voordat Erik er zijn goedkeuring aan heeft gegeven. Voorbeelden? “Beschermde natuurgebieden, daar kom je niet zomaar in. We hebben een goed contact met natuurbeschermingsorganisaties, zoals Natuurmonumenten, Limburgs Landschap en het CNME (Stichting Centrum voor Natuur- en Milieu-Educatie, red.). In het gebied Hoge Fronten in Maastricht leven salamanders. Na overleg kregen we een plek aangewezen waar we konden draaien. De relaties met de gemeenten, provincie en andere instanties zoals brandweer en DGD zijn ook goed. De gemeente Maastricht werkt sowieso al mee wat betreft faciliteren. Als we bijvoorbeeld een vuilniswagen of de graffiti-bus nodig hebben, dan wordt dat geregeld. Ook met het vliegveld in Beek kunnen we gemakkelijk afspraken maken. We moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat alles goed verloopt, anders hoef je een volgende keer niet meer aan te kloppen.”
Krat bier
‘Beloofd is beloofd’ geldt wat Erik betreft altijd. “We draaien ook wel eens in buitenwijken, volksbuurten. Zo gebeurde het eens dat de opnames gehinderd werden door een paar lastige kinderen. De opnameleider sprak de ouders aan en beloofde hen een krat bier. Meteen werden de kinderen tot bedaren gebracht. Toen we klaar waren en opruimden bleek een opvouwbare regentent verdwenen. We werden door de bewoners even herinnerd aan de afspraak. De opnameleider had het vergeten. Het werd snel in orde gemaakt en we kregen ons materiaal terug!”
Ook de ´Limburgse mentaliteit´ blijkt soms even wennen voor de ´Hollandse´ crew van Flikken. Erik moet regelmatig bijsturen: “Westerlingen communiceren heel direct en ook denken ze snel. Soms te snel voor Limburgers, zeker als ze van de oudere generatie zijn. Als de locatiescouts in de buitengebieden op zoek zijn, komen ze vaak uit bij wat oudere bewoners. Als dan zo´n hippe jongen op gympen en met een New York Yankees-pet op zijn hoofd aanbelt, kan dat overrompelend overkomen. Het is wel eens gebeurd dat mensen aarzelend ´ja´ zeiden, maar op vakantie waren als wij er aankwamen met de ploeg. Ik heb de betreffende scout toen uitgelegd dat het in Limburg anders werkt. Dat mensen soms ja zeggen als ze nee bedoelen. Dat je ze op het gemak moet stellen en vragen er even over na te denken en of je over een week dan eens terug mag komen.”
Criminaliteit
Eriks eigen politiekorps zorgt voor het gestroomlijnd verlopen van vergunningaanvragen en het treffen van bijvoorbeeld verkeersmaatregelen. Vooral dat laatste heeft vaak nogal wat voeten in aarde. Erik: “Als er een verkeersomleiding gepland is, dan moeten natuurlijk de omwonenden tijdig geïnformeerd worden. Maar…het openbaar vervoer omleiden, daar werk ik niet aan mee. Als de stadsbus vertraging oploopt, dan komt het hele tijdschema van de lijn in gevaar. Daar blijven we dus vanaf. Maar als ik een locatie afkeur, dan moet ik wel met een alternatief komen. Meestal lukt dat. Binnen het team weten ze ook dat als ik zeg: ´Ik ben er die dag dan niet bij.´ ze hun oog hebben laten vallen op een locatie of pand waar mogelijk criminaliteit aan gekoppeld kan zijn. Daar kan ik vanuit mijn functie geen medewerking aan verlenen en dan wordt een oplossing gezocht.”
Zo hadden de schrijvers een motorclub in de serie opgenomen. Om alle risico´s uit te sluiten besloot Erik om geen bestaande club Harley-rijders in te schakelen, maar zelf een club samen te stellen. “In mijn vrienden- en kennissenkring vroeg ik rond en elke Harley-bezitter die mogelijk in aanmerking zou kunnen komen werd door mijn collega´s van de politie gescreend. We hebben toen zelf een logo en een clubnaam bedacht.” In verband met filmen langs het spoortalud bij het Bunderbos had Erik daags tevoren overleg met de meldkamer van NS in Maastricht. “Zij hebben toen tijdig de machinisten geïnformeerd.”
Obama
Vers in zijn geheugen ligt ook nog de ‘Obama-aflevering’. “Daarin wilden we laten zien welk een impact het bezoek van Bush aan Limburg op de regio had. We planden te filmen op de militaire begraafplaats in Margraten. Tot bij de hoogste instanties kregen we toestemming, maar tot slot kwam vanuit Washington een nee. Toen hadden we dus geen locatie, terwijl via Defensie al een peloton van 60 soldaten met pantservoertuigen was geregeld. Uiteindelijk konden we na overleg met Kerkraadse ambtenaren en de burgemeester van die stad terecht op kloostercomplex Rolduc.
Op deze locatie vindt toevallig ook het gesprek plaats met Erik. Een van de keldergewelven van het complex fungeert als het interieur van Pension De Ponti en daar wordt momenteel gedraaid. Vandaar. Hoofdrolspeler Victor Reinier is jarig en heeft voor cast en crew asperges meegenomen. Die worden nu bereid in de cateringwagen, vertelt Erik. Er meteen aan toevoegend: “Ja, die komt uit Rotterdam. Omdat in Limburg geen filmcatering voorhanden is. Natuurlijk zijn er wel cateraars, maar die leveren het eten af en vertrekken weer. Wat je op een set nodig hebt, is een wagen met koks die permanent aanwezig zijn, van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat. Voor ontbijt en de maaltijden, maar ook de snack- en fruitmomenten tussendoor en de verse koffie. Bij koud weer is vaak behoefte aan iets warms tussendoor, zoals een kop soep. Een mobiele en flexibele filmcateraar zorgt daarvoor.”
Te laag niveau
Ook alle equipment wordt vanuit het westen meegenomen. Erik: “In Limburg is het gewoon niet voorhanden. De camera huren, daarvoor moet je in Amsterdam zijn. Datzelfde geldt voor personeel op de set. Zelfs vakbekwame assistenten voor productie, camera of licht vind je in Limburg niet. De opleidingen hier leveren mensen af met een te laag niveau. Het zijn geen werkers die stevig aanpakken en deel kunnen uitmaken van een geolied team. Sterker nog: ik heb nog nooit meegemaakt dat een school aan ons vroeg of ze bijvoorbeeld tien studenten zouden mogen laten meelopen op de set. Wel heeft een actrice van een MBO-opleiding eens meegekeken bij opnames, toevallig omdat zij de dochter is van een collega van mij. Zij bleek ambitieus en bereid een hoop te leren. Ze zag dat een acteur soms tien uur per dag werkt en besefte dat je er veel voor over moet hebben om in dit vak wat te bereiken. Wat acteurs en actrices betreft is het in Limburg overigens ook dun gezaaid. Er worden nu zelfs al spelers uit vroege afleveringen opnieuw ingezet in andere rollen.”
Wel is er volgens Erik eens contact geweest met een professioneel productiebedrijf uit Limburg waarmee eventueel samengewerkt had kunnen worden, maar: “Dat wilde financieel echt het onderste uit de kan hebben, dus dit ging niet door.”