“Het pitchen van je idee is misschien niet het meest leuke en comfortabele onderdeel van je filmproject. Maar het is wel een noodzakelijke om je film bij producenten of financiers onder de aandacht te brengen.”
We spraken met de Vlaamse filmprofessional- en docent Bert Lesaffer over de essentials van een goede pitch. Bert Lesaffer is de creative producer bij het Vlaamse productiehuis Animal Tank waar hij onder andere het schrijfproces van filmmakers begeleidt. Ook doceert Lesaffer op het KASK Conservatorium – School of Arts in Gent, waar pitchen een belangrijk deel uitmaakt van het curriculum. Bovendien is Lesaffer als scenarist met enkele projecten bezig die hij inmiddels onder andere bij het Vlaams Audiovisueel Fonds heeft gepitcht.
Je weet dus uit ervaring hoe spannend het kan zijn om je filmplan te presenteren.
“Zeker! Bij het Fonds moest ik het na het indienen van mijn dossier in een tweede ronde mijn scenario toelichten. En ik heb bijvoorbeeld ook eerder als producent, samen met een regisseur, een filmplan gepitcht op het grootste korte film-festival van Europa: Euro Connection op Clermont-Ferrand in Frankrijk. Dat was een openbare pitch, dus niet one-on-one.”
Hoe heb je dat ervaren?
“Het is best eng, vooral wanneer je op een groot internationaal platform je plannen presenteert. Maar met een goede voorbereiding is het ook wel weer ça va. Toen ik bij de jury van het Fonds vertelde over mijn scenario, kreeg ik veel vragen en dat vond ik juist heel leuk: een goede manier om te toetsen of mijn verhaal duidelijk is. En dat is belangrijk, want aan de vragen en opmerkingen die ontvangt, kun je veel ontlenen. Het biedt niet alleen inzicht in je ‘pitch-kwaliteiten’, maar ook in de status van het filmproces: of je op het juiste spoor zit.”
Is dat ook meteen het grootste belang van een goede filmpitch?
“Onder andere. Het belangrijkste is dat je een film nog niet in een ruwe vorm kunt tonen op het moment dat je producenten en financiers aan boord wil halen. Je hebt natuurlijk een scenario, maar je kunt niet van alle relevante partijen verlangen dat ze die helemaal doorlezen. Een pitch is een extra en vooral kortere manier om de toehoorder via de juiste woorden mee te nemen in je film; die moet zich als het ware al in hun hoofd afspelen door de details die je deelt én de manier waarop je deze brengt.”
“Een pitch is een extra en vooral kortere manier om de toehoorder via de juiste woorden mee te nemen in je film.”
Wordt dat belang ook ingezien door de filmstudenten die je doceert? Of juist onderschat?
“Ik denk niet zozeer dat ze het belang van een pitch an sich onderschatten, maar de moeilijkheid ervan soms wel. Het is echt een uitdaging om de belangrijkste details te selecteren, en deze binnen een paar minuten met enthousiasme over te brengen. Sommige filmmakers hebben de neiging om het complete plot te bespreken in een ‘dan, en dan, en dan’-structuur. Tegelijk bespeur ik soms een overschatting van het enthousiasme-aspect.”
Hoe uit zich dat?
“Veel van mijn studenten koppelen een pitch aan een bepaalde mate van sociale vlotheid. En dat levert angst op: angst voor het sociale ongemak. Maar het is belangrijk om te beseffen dat je je verhaal eigenlijk al vaak pitcht, zonder dat je het misschien door hebt. Denk aan borrels, verjaardagen of andere informele situaties. Als je enthousiast bent over je filmproject, dan straal je dat gevoel vanzelf al uit, ook voor een jury van een filmfonds of andere filmprofessionals.”
Enthousiasme is dus een belangrijk ingrediënt van een goede filmpitch…
“Zeker! Je moet je idee met passie kunnen presenteren, want dat maakt je pitch persoonlijk. Het onderscheidt je van anderen. Dat persoonlijke element, in combinatie met je non-verbale communicatie, is essentieel. Daarbij moet enthousiasme niet verward worden met een extreme vlotheid. Ik herinneren me een student die tijdens een jaarlijks pitchtraject op de opleiding zijn plannen presenteerde. Hij was hypervlot en verkocht zijn project haast als een zakenman. Qua non-verbale communicatie ging alles volgens het universele boekje: oogcontact, een open houding, een goed stemvolume…”
En toch klopte er iets niet...
“Nee, het was niet aangenaam om naar te luisteren. Hoewel de student op veel punten goed scoorde, wilde uiteindelijk niemand zijn film maken. De presentatie miste dat persoonlijke, het authentieke.”
Het zal echter niet makkelijk zijn om precies die juiste balans te vinden.
“Dat is ook lastig, charme is moeilijk te kwantificeren. Misschien ligt het eerder in de hoek van een bepaalde eerlijkheid: je project vooral niet beter voorstellen dan het is. Vertrouw op de goede elementen en wees er oprecht over. Als je een helder en eerlijk verhaal hebt, en je passie voor het project voelbaar is, dan kun je zelfs met een verlegen of schuwe attitude nog steeds de mensen mee krijgen. Dat ze het gevoel hebben dat niemand anders jouw verhaal kan vertellen; ‘Dit is de persoon die de film móét maken’.”
“Dat ze het gevoel hebben dat niemand anders jouw verhaal kan vertellen; ‘Dit is de persoon die de film móét maken’.”
En wat nou als je project op dat moment niet helemaal naar wens verloopt?
“Zelfs dan kan het door de juiste wijze van vertellen een succes worden. Een pitch die mij persoonlijk erg is bijgebleven, is die van een student die z’n idee voorstelde tijdens een filmfestival in Oostende. Hij bezocht een Afrikaans land en was daar op zoek naar een bepaalde bevolkingsgroep. Z’n plan mislukte totaal; hij vond deze mensen niet. Dus zette de student zijn falen om in een nieuw idee: een documentaire over het mislukken van zijn plan. Dat deed hij zo creatief en hij vertelde er zo bevlogen over, dat hij uiteindelijk de prijs won!”
Wat zijn naast de passie, authenticiteit en non-verbale communicatie eigenlijk andere essentiële onderdelen van een goede pitch?
“Structuur, een goede opbouw. Begin bijvoorbeeld met je persoonlijke inspiratie, je ‘hook’, en vertel dan over de inhoud, visuele stijl en bijvoorbeeld welke acteurs je aan wilt trekken. Houd daarbij vooral de logica van je opbouw in de gaten. Onlangs pitchte iemand mij zijn film en sloot zijn presentatie af met: ‘oh ja, het is een animatiefilm’. Door die ene opmerking veranderden alle beelden die zich tijdens de pitch in mijn hoofd afspeelden. Dat is dodelijk.”
Wat is een goede manier om bedreven te raken in het pitchen?
“Je wordt steeds beter met de keren dat je het doet. Het volgen van meerdere workshops en pitchdagen tijdens filmfestivals raad ik in dat opzicht zeker aan. Dat zijn de momenten waarop je merkt hoe je pitch aankomt. Je voelt direct of je mensen meekrijgt, en zo niet, dan weet je ook direct wat je een volgende keer aan kunt passen. Trial and error totdat je op het goede spoor zit.”
“Door die ene opmerking veranderden alle beelden die zich tijdens de pitch in mijn hoofd afspeelden. Dat is dodelijk.”
Is de aandacht voor pitchen de laatste jaren gegroeid denk je?
“Dat gevoel heb ik wel ja, in België in ieder geval wel. Er zijn steeds meer filmcompetities waar studenten hun eindexamenfilms kunnen pitchen en meedingen naar prijzen. En ook zie ik steeds vaker zogenaamde speeddates waar scenaristen hun films kunnen presenteren aan producenten. Naast die kans om er zodoende beter in te geraken, zijn het ook ultieme gelegenheden om je netwerk uit te breiden. Dus ik juich deze ontwikkeling enorm toe.”
Je besteedt tijdens je lessen overigens ook aandacht aan begrotingen en financiering. Welke belangrijkste highlights geef je de Vlaamse filmstudenten hierover mee?
“Ik leg ze vooral uit hoe ze bijvoorbeeld een budget opstellen voor een filmfonds. Dat doe ik niet tot in de kleinste details; ik wijs voornamelijk op het belang van een duidelijke begroting. Dat hij realistisch is, haalbaar en gebalanceerd. En ik zorg ervoor dat de studenten weten tot welke fondsen en andere financieringspartijen ze zich kunnen richten.”
Is ook hiervoor de aandacht in de afgelopen jaren gegroeid denk je?
“Ja zeker. Ik hoor ook van veel afgestudeerde filmmakers dat ze dit vak in hun studietijd graag hadden gevolgd. Het is namelijk belangrijk om na je opleiding in staat te zijn de juiste vragen te stellen aan de juiste mensen. Je hoeft op het gebied van begrotingen en dekkingsplannen echt niet alles zelf te kunnen; een goede producent beschikt over die kennis. En ik kan me ook uit eigen ervaren goed voorstellen dat je je als filmmaker vooral op het creatieve proces wilt focussen. Het verbaast me dan ook niets dat ik op het conservatorium weleens weerstaand voel richting dit onderwerp: kunst versus de industrie. Maar ik geef de studenten graag mee dat ook voor het omgaan met budgetten en begrotingen creativiteit van pas kan komen.”