Hij maakte onder meer De Laatste Titel en Vlamingen en Rome. Deze week is zijn nieuwste documentaire Het zijn maar Duitsers te zien bij NPO 2Doc. In gesprek met: Bart Hölscher.
“Hou je kaarten niet tegen de borst, deel je plannen en ervaringen. Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.”
Kun je iets over jezelf vertellen?
“Ik ben Bart Hölscher, geboren in 1963 in Haelen, Midden-Limburg. Wilde van kinds af aan kok worden of radiopresentator. Na de MAVO met moeite te hebben doorlopen, ben ik naar de koksopleiding gegaan en heb ik een jaar of tien als professioneel kok gewerkt. Rugproblemen brachten me in de WAO. Toen heb ik mijn ‘tweede keus’ geprobeerd, en via een lokale omroep en een beetje Omroep Limburg ben ik de wereld van radio en televisie ingerold. In eerste instantie hield ik me bezig met commercials en andere commerciële opdrachten. Eind jaren negentig maakte ik de overstap naar het maken van televisie-programma’s en later ook documentaires. Nu vullen met name het zelf maken en voor anderen produceren van documentaires mijn dagen.”
Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?
“Alle fases van documentaire maken hebben zo hun charme. Maar het uitwerken van eerste ideeën, research en schrijven is het allermooiste. Dan ontdek je je film, dan ontstaat een project waar je vaak voor jaren mee aan de slag gaat en ontstaat een nieuwe relatie met een onderwerp en personages. Soms voelt het als verliefd zijn, even op een grote roze wolk en iedereen willen vertellen dat er een nieuwe ‘liefde’ is.”
Kun je iets vertellen over waar je nu mee bezig bent?
“De documentaire Het zijn maar Duitsers is net klaar. Dat was een intensief project dat we na een lange voorbereiding uiteindelijk in zeven maanden hebben gerealiseerd. De film is heel goed ontvangen. De media-aandacht is groot en slokt nu veel tijd op. We zijn bezig om hem ook in Duitsland verkocht te krijgen. En ik hoop op een selectie voor Doc Leipzig. Ondertussen ligt het budget klaar voor een film over middeleeuwse houten beelden en ontkerkelijking, maar dat plan is nog niet filmklaar. Daar werk ik nu aan, evenals aan het plan voor een film over naaktrecreatie. Daarnaast produceer ik nu een film over hoogopgeleide vluchtelingen.”
Wat is jouw motivatie geweest om te doen wat je nu doet?
“Eigenlijk ben ik een verhalenverteller. Wat mij fascineert of verwondert wil ik graag met anderen delen. Film is daarvoor een geweldig medium. Ik ben een dromer, soms ook een fantast, die graag onderweg is om nieuwe wegen te ontdekken. Dit vak geeft me de vrijheid en de onafhankelijkheid die daarvoor nodig zijn.”
Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?
“Laatst zei ik het nog tegen mijn vrouw: ‘Eigenlijk had ik wat ik nu doe en weet twintig jaar eerder moeten ontdekken’. Maar zo werkt het niet. Het feit dat ik nu weet wat ik weet en doe wat ik doe is het gevolg van de tijd die verstreken is.”
Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?
“Ik ben niet zo gauw trots. Soms kan ik wel heel tevreden zijn over een proces of over een film. Met name als blijkt dat je verhaal mensen raakt of in beweging zet. Uiteindelijk doe je het daarvoor.”
Zijn er ontwikkelingen waar je naar uit kijkt?
“Ik kijk altijd uit naar de zomer en naar mijn volgende project. Hopelijk komt dat samen in mijn film over naaktrecreatie. Een project waar ik al jaren op zit te broeden, maar de goede toon nog niet heb kunnen vinden. Het lijkt me echt geweldig om het verhaal over mijn ultieme vrijheid te delen met de wereld.”
Welke uitdagingen of kansen zie jij in Limburg?
“We moeten elkaar opzoeken en versterken, hier blijven wonen en werken en ons niet wijs laten maken dat ‘het’ gebeurt in de randstad. Van noord- naar zuid-Londen is een langere reis dan van Venlo naar Amsterdam. Mocht het nodig zijn dan ben je er zo. En vooral delen en samenwerken: ervaringen, plannen, begrotingen … leg het op tafel en verrijk elkaar ermee. Dan ontstaat een klimaat en een groep mensen waar niemand meer omheen kan.”
Wat is voor jou de meerwaarde van het maken van films in een internationaal geörienteerde regio?
“In Noord-Limburg speelt de Euregio niet zo’n grote rol als in het zuiden. Ik zou wel graag willen samenwerken met partijen van over de grens. Als je kijkt naar, pakweg, drie- vierhonderd jaar geleden, toen bestonden onze huidige grenzen helemaal niet. Om die grenzen weer eens weg te halen en te kijken naar wat er over is van die oude cohesie, misschien zit daar wel een goede documentaire in.”
Op welke gebieden zie jij nog mogelijkheden tot verbetering met betrekking tot het maken van films in deze regio?
“Elkaar leren kennen en samen gaan delen, ik denk dat dat het geheim is. Aan de andere kant blijft ‘taal’ wel een obstakel. Ik kan prima een krat bier kopen in Duitsland of een keuze maken uit een menukaart in Walonië, maar dat is toch wel iets anders dan het schrijven van een filmplan of het aanvragen van subsidies. Ik denk dat er op de lagere en middelbare scholen veel meer aandacht geschonken moet worden aan Euregionale taal en -cultuur onderwijs. Dan open je deuren, een nieuwe arbeidsmarkt en een nieuw cultureel landschap waarin ook alle ruimte zal zijn voor film.”
Wat adviseer je aan andere media- en filmprofessionals?
“Hou je kaarten niet tegen de borst, deel je plannen en ervaringen. Delen is het nieuwe vermenigvuldigen. En motiveer elkaar, ben niet bang dat iemand anders met jou idee aan de haal gaat of dat iemand anders een betere film maakt. Zoek elkaar op, leer van elkaar en geniet van het samen dingen doen.”
Wat mis je nog in Limburg ?
“Ik zou graag veel meer willen werken met mensen uit de regio maar er zijn nog (te) weinig goede vakmensen. We hebben hier veel talenten en ook veel eeuwige talenten. Ik zou willen dat die zich goed ontwikkelen zodat er een groter platform ontstaat van mensen om mee samen te werken. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de regio Eindhoven, daar struikel je er over. Ik ken daar meer goede camera- en geluidsmannen (m/v), belichters enzovoorts dan in Limburg. Dat zou wat mij betreft rap moeten veranderen. Minder generalisten en meer specialisten. Ik ken (te) veel mensen die van alles een beetje doen. Kijk waar je goed in bent en wat je graag doet en maak een keuze. Echt, dan kom je verder. Ik heb nog nooit een camera vastgehouden of microfoon en hoe een edit-set werkt weet ik ook niet en daar ben ik blij om. Ik werk samen met anderen die daar heel goed in zijn. Daarom kan ik op ieder vlak kwaliteit leveren. Als ik me had laten verleiden om van alles en nog wat zelf te gaan doen was ik nooit zo ver gekomen.”
“Dat zou wat mij betreft rap moeten veranderen. Minder generalisten en meer specialisten. Ik ken (te) veel mensen die van alles een beetje doen. Kijk waar je goed in bent en wat je graag doet en maak een keuze.”