In gesprek met Bas Geelen

Bas verteld over zijn opleiding, passies en toekomst

Geplaatst op 9 december 2017

Bas Geelen heeft, naast zijn economische opleiding, altijd al een passie voor verhalen vertellen gehad. Koppel dit aan een voorliefde voor film, en je hebt iemand die multi-inzetbaar is binnen de filmwereld. We spraken met Bas over zijn passies en toekomst.

“Op de set zie je het verhaal voor het eerst écht tot leven komen.”

Bas, kun je jezelf even voorstellen?

“Mijn naam is Bas Geelen, ik ben geboren in Echt en ben 25 jaar oud. Momenteel ben ik bezig met het laatste semester van een Master in Strategic Management aan de Universiteit van Tilburg. Van jongs af aan ben ik al gefascineerd door film en het vertellen van verhalen en je kon me dan ook vaak vinden met pen en papier in de hand, al tekenend of schrijvend, of met mijn neus in een (strip)verhaal. Na mijn middelbare schooltijd in België had ik nog geen duidelijk idee hoe ik invulling aan deze interesses wilde geven en ik heb toen gekozen voor een economische opleiding.”

“Toch bleef de wil om verhalen te vertellen aan mij knagen en daarom ben ik in de laatste jaren actief betrokken geweest bij verschillende films in productie en als regie-assistent, waaronder de CineSud Talent film The Hangman. Nu ben ik ook blij met mijn zakelijke achtergrond, want het geeft mij een uniek perspectief op filmmaken en voornamelijk filmproductie. Praktische zaken zoals bijvoorbeeld een budget opstellen of een marketing- of distributieplan maken blijven toch cruciaal, maar worden vaak naar de achtergrond geschoven.”

Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?

“Moeilijke vraag, het zijn zoveel dingen namelijk! Ik vind het hele proces in zijn geheel erg mooi. Het feit dat je begint met slechts een idee en je dit samen met een crew steeds meer uitwerkt, totdat je uiteindelijk een afgewerkte film hebt. Ik haal heel veel voldoening uit iets creëren vanuit het niets, en dat uitwerken tot een eindproduct waar iedereen trots op mag zijn. Naast dat vind ik op de set staan, midden in de actie, ook erg leuk en spannend. Je ziet immers het verhaal voor het eerst écht tot leven komen.”

Kun je iets vertellen over waar je nu mee bezig bent?

“Momenteel ben ik bezig met de laatste fase van de pre-productie voor de korte film Tot Inkeer, over het leven van Sint Gerlachus van Houthem; de ridder, kluizenaar en heilige, die tot inkeer komt na het overlijden van zijn vrouw. Over zijn leven als heilige is veel bekend, maar over zijn leven als ridder, voordat hij op pelgrimstocht naar Jeruzalem ging, niet. Dat is het verhaal dat wij willen vertellen.”

“De planning is om eind januari te beginnen met draaien. We hebben al financiële steun gekregen van het Limburgs Film Fonds, die het project met hun hoogste beoordeling bekroonde, maar we hebben nog een extra zetje nodig om de juiste apparatuur te kunnen huren en om de kostuums en decors te kunnen maken. Daarvoor zijn we nu bezig met een crowdfunding campagne.”

Wat is jouw motivatie geweest om dat te doen wat je nu doet?

“Dat blijft voor mij toch de drang om boeiende verhalen te vertellen en pakkende beelden te schieten, maar het gaat ook dieper dan dat. Ik denk dat het erg belangrijk is om met iets bezig te zijn waardoor je je op het einde van elke dag voldaan en tevreden voelt. Er is in mijn optiek niets zo belonend en motiverend als werken aan iets waar je trots op bent en met plezier aan gaat zitten. Het klinkt allemaal zo cliché en dat is het misschien ook wel. Verder vind ik het ook mooi om de reacties van mensen te zien op iets waar je zolang op hebt zitten zwoegen.”

Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?

“Ik ben altijd een dromer geweest – dat ben ik nog steeds trouwens – maar van alleen maar te zitten dromen komt er niets. Durf om hulp te vragen aan mensen die verstand van zaken hebben, vaak zul je merken dat ze ook maar ‘gewoon een mens’ zijn en ze zelfs graag zien dat mensen vragen stellen en enthousiast zijn. Uit je comfort-zone stappen en andere mensen bij je idee betrekken en enthousiasmeren (en daar ook consequent in blijven) zijn lessen die ik mijn jongere ik mee zou geven.”

Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?

“Ik denk niet dat er één prestatie is die er met kop en schouders bovenuit steekt. Waar ik trots op ben, zijn de verschillende mijlpalen in mijn ontwikkeling. Het voltooien van mijn eerste scenario na maanden schrijven en het afronden van de eerste korte film waar ik aan meewerkte zijn twee van zo’n mijlpalen. Toen ik mijn bachelor behaalde en werd aangenomen voor een Master is ook iets waar ik erg trots op ben. Recentelijk ben ik trots op het feit dat we bijna kunnen beginnen met draaien voor Tot Inkeer (na meer dan twee jaar) en om te zien hoe het project gegroeid is over die periode.”

Zijn er ontwikkelingen waar je naar uitkijkt?

“Waar ik mij ontzettend op verheug is om na meer dan twee jaar eindelijk te beginnen met draaien voor Tot Inkeer. Als het net zo’n succes wordt als de teaser, dan gaat het een prachtige korte film worden. Op de lange termijn kijk ik uit naar het verwezenlijken van de andere verhalen die nu nog in de ontwikkelingsfase zitten, en uiteindelijk naar het maken van een speelfilm.”

Welke uitdagingen of kansen zie jij in Limburg ?

“Mijn ervaring binnen Limburg is dat mensen hechter zijn, meer oprecht geïnteresseerd in elkaars projecten en klaarstaan om elkaar te helpen. Er bevindt zich wel degelijk veel talent buiten de Randstad, en dat is iets wat de laatste tijd – ondanks de vaak beperktere middelen – steeds meer naar buiten komt en waar ook meer in geïnvesteerd mag en moet worden.”

Wat is voor jou de meerwaarde van het maken van films in de Euregio, buiten een epicentrum als de Randstad?

“Limburg heeft veel prachtige locaties om te filmen en er zijn veel bekende maar ook onbekende verhalen die zich goed lenen voor verfilming, iets wat je in de Randstad toch al minder snel tegenkomt.”

Op welke gebieden zie jij nog mogelijkheden tot verbetering met betrekking tot het maken van films in Limburg?

“Er is in Limburg vaak een gebrek aan beschikbaarheid van goed materiaal. Hiervoor moet er dan vrijwel altijd naar de Randstad of naar België gegaan worden. Dit gaat echter hand in hand met de hoeveelheid producties die er gedraaid worden in de regio, waar ook nog veel groei te behalen valt. Het is een wisselwerking tussen enerzijds het aantal verhuurders in de regio en anderzijds het aantal producties die er gedraaid worden, dan zal er toch een partij als eerste over de brug moeten komen. Er zou een groter netwerk moeten zijn voor het distribueren van films, het vergaren van budget en het promoten van nieuwe verhalen en talent, ook gericht op verhalen die niet per se in een Limburgs jasje gehesen zijn.”