In gesprek met Edgardo de Monte

Werkt momenteel aan de verfilming van Het Sprookje van de Dood.

Geplaatst op 23 oktober 2017

Als 60-jarige debuteren met een lange fictiefilm. Het kan. Edgardo de Monte uit Weert werkt momenteel samen met een enthousiast team aan de verfilming van Het Sprookje van de Dood.

“Het Sprookje van de Dood is voor mij het ultieme project in mijn filmcarrière omdat dit zo intens verbonden is aan onze kernen, onze krachten die ons doet groeien naar een bijzondere prestatie.”

Kun je iets over jezelf vertellen?

“Ik ben Edgardo de Monte, coach, filmmaker en teamontwikkelaar. Ik ben 60 jaar, getrouwd en heb 2 kinderen. Ik woon in een 2,5 eeuw oude boerderij in Weert. Mijn basis komt van NLP, sjamanisme, stichting musische vorming Tilburg enzovoort. Als coach begeleid ik Opstellingen van het Verlangen (van F. Ruppert ), geef Vuurceremonies, werk en met de beste praktijkmethoden vaak gebruik makend van het onderbewustzijn. Als filmmaker heb ik de laatste jaren vooral korte documentaires gemaakt voor ontwikkelingssamenwerking en een nieuwe manier van samenwerken in een woningcorporatie.”

Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?

“De vorming van het team vanaf het initiatief, hoe dat een organische weg volgt tot het eindresultaat, en we bij onze intieme première samen kijken naar onze gezamenlijke productie met heel veel voldoening. En dat is er vooral als er verbinding op diep niveau is ontstaan, verbinding van crew- en cast-leden met hun kern en zo met elkaar. Die voldoening daar ga ik voor, dat is mijn drijfveer als filmmaker, producent, regisseur, coach, begeleider en mens.”

Kun je iets vertellen over waar je nu mee bezig bent?

“Ik ben partner, vader, tuinman, dierenverzorger, begeleider op je levenspad met onder andere het geven van Vuurceremonies en het begeleiden van Opstellingen van het Verlangen. Daarnaast ben ik filmmaker en teamontwikkelaar en bezig met het initiatief om het boek Het Sprookje van de Dood te verfilmen. Ons kernteam bestaat naast mijzelf (producent) uit Eric Creemers (regisseur), Aletta Scheepstra (productie-assistente) en de schrijfster Marie-Claire van der Bruggen, die van het begin tot het einde bewaakster van het verhaal is. Dit is een gezamenlijke voorwaarde die we beiden hebben. We zijn sinds begin september met maximale inzet bezig met de sponsoring, de crowdfunding en de fondswerving. We hebben inmiddels twee hoofdrolspeelster, unaniem gekozen na twee audities vorig jaar, het scenario, de begroting en de teaser afgerond (te zien op www.filmhetsprookjevandedood.nl).

Wat is jouw motivatie geweest om dat te doen wat je nu doet?

“Vanaf heel jong film ik al en vond ik het ontwerpen en bouwen erg boeiend. Er zat passie in, maar ik begreep nog niet wat dan precies de kern was van mijn passie bij deze twee verschillende werelden. Ik kwam daar in 2006 achter na mijn reis en filmen in Zuid-Afrika. Zowel bij het filmen als bij mijn baan destijds als assistent manager in de volkshuisvesting als in het coachen en team ontwikkelen is dit de kern van mijn werk: mensen verbinden met hunzelf, hun kracht, hun kern, en daardoor met anderen. Waardoor je zelf optimaal functioneert en met elkaar als team.”

Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?

“Volg je hartenwens(en), vind je passie en ga dat doen. De hobbels die je tegenkomt, kun je nemen. Wees alert en ga je angsten tegemoet, onthul ze!”

Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?

“Dat ik in 2000 mijn hersentumor serieus nam en naar de boodschap erachter heb gekeken en geluisterd: opgekropte woede. Na één maand was ik zover dat ik mijn ouders vergaf. Later in 2004 groeide er nog iets op het littekenweefsel en kon ik mijzelf vergeven in mijn keuze voor mijn moeder te moeten zorgen vanaf baby. Een essentiële stap in mijn leven. Waarna de operatie in 2000 en de bestraling in 2004 bijzonder succesvol waren.”

“Op het gebied van film maken zijn dat twee van mijn laatste korte documentaires; Home Based Care in Evaton West en Wonen zit Vastgoed. En vooral nu het laten ontstaan van de verfilming van Het Sprookje van de Dood. Bij de eerste was het overweldigend dat de terminale patiënte die we filmden bij het wassen zich letterlijk bloot gaf om anderen deze minimale verzorging te gunnen. En dat terwijl deze vrouw geen geld had voor eten, haar koelkast leeg was en ze stervende was. Ik ben haar heel dankbaar. De jonge cameraman wilde eerst stoppen omdat hij zich schaamde, maar door haar overtuiging en mijn vertrouwen in hem heeft hij de opnamen alleen zonder mij (ik moest naar iets anders belangrijks voor de opnamen) nog afgemaakt.”

“Bij de tweede was het weer bijzonder dat ik deze film mocht gaan maken op mijn werk in opdracht van mijn directe baas en een andere teamleider van een andere afdeling. Dat was al bijzonder omdat daar intern de samenwerking af en toe erg stroef liep of zelfs mislukte. Uiteindelijk koos ik voor een voorbeeld van goede samenwerking die ook vernieuwend en experimenteel was. Hierdoor ontstond ook weer een bijzondere filmploeg en samenwerking voor de film een mooie symbiose. De film heeft intern wel mensen wakker gemaakt en dat was dan ook de bedoeling; een goed alternatief te laten zien voor de manier van samenwerken.”

“Het Sprookje van de Dood is voor mij het ultieme project in mijn filmcarrière omdat dit zo intens verbonden is aan onze – die van cast en crew – kernen, onze krachten die ons doet groeien naar een bijzondere prestatie.”

Zijn er ontwikkelingen waar je naar uitkijkt?

“Ja, ik kijk uit naar eind november dit jaar. Dan gaan we kijken hoeveel we binnen hebben gehaald de afgelopen maanden van de €250.000 waarnaar we nu streven om de film te maken en alles wat daar vanaf komt (lezingen , gastlessen, platform oprichten enz.). Dan gaan we kijken welke stappen we gaan zetten zoals locaties zoeken, scenario verder uitwerken, de cast en de crew uitbreiden enzovoort.”

Welke kansen zie jij in deze regio voor film?

“Limburg heeft mooie buitenlocaties, heuvels, natuur en mooie dorpjes. Wat wel een uitdaging voor ons is en wordt zijn mooie witte gebouwen met koepels vinden. Als iemand een tip heeft is die heel erg welkom. Het is mooi dat we vanuit Weert opereren. We zitten vlakbij België en Duitsland. Dat geeft mogelijkheden. Mogelijkheden in samenwerkingen (coproducties) die samen met CineSud op te zetten zijn.”

Op welke gebieden zie jij mogelijkheden tot verbetering?

“Ik vind het verrassend goed dat de Provincie Limburg iets doet om film te stimuleren hier. CineSud heeft hier een belangrijke advies- en ondersteuningsrol in. Wat beter mag is de procedure van aanvang tot toekenning bij het Limburg Filmfonds zodat de tijd sterk ingekort wordt. Dat zou een enorme stimulans geven aan het maken van film in Limburg.”