Componist Roy Bemelmans schreef ondermeer de muziek voor het Amerikaanse familiedrama The Boarder en maakt momenteel de muziek voor de CineSud Talent film Barbara.
“Wat ik geweldig blijf vinden aan het werken aan film is dat je met een grote groep mensen toewerkt naar een gemeenschappelijk doel: het vertellen van een mooi, belangrijk, grappig of uniek verhaal.”
Los Angeles
Componist Roy Bemelmans schrijft al sinds jonge leeftijd muziek in een stijl die zich bij uitstek leent voor het ondersteunen van beeld. Zijn passie voor muziek en film leidt in 2009 tot samenwerkingen met documentaireregisseur en Gouden Kalf-winnaar Hans Heijnen (De Onrendabelen, VARA) en filmmaker Ton van Zantvoort (A Blooming Business, VPRO). In 2010 verhuist Roy naar Los Angeles om daar het UCLA Film Scoring Program te volgen, een vakopleiding tot filmcomponist. Na zijn afstuderen in 2011 doet hij ervaring op als assistent van componist Andrea Morricone, de zoon van Ennio Morricone, en schrijft hij de muziek voor diverse korte films.
In de zomer van 2012 wordt Roy geselecteerd voor de ASCAP Film Scoring Workshop, een prestigieuze workshop voor jonge filmmuziek-talenten. Deze workshop geeft hem de kans om te werken op het hoogste niveau en zijn muziek op te nemen met een 61-koppig orkest in de muziekstudio van 20th Century Fox. Begin 2013 neemt Roy deel aan de Berlinale Talent Campus. Roy schreef de muziek voor het Amerikaanse familiedrama The Boarder. De film werd in 2016 gekocht en uitgezonden door de Amerikaanse TV-zender Lifetime Movie Network. Inmiddels is hij het grootste gedeelte van het jaar in Nederland te vinden en verzorgt hij de muziek voor diverse films en commercials in binnen- en buitenland. Hoewel Roy de technische kneepjes van het filmmuziek-vak in Hollywood heeft geleerd, is zijn intieme muzikale signatuur, waarin invloeden van o.a. Max Richter en James Horner te horen zijn, eerder Europees dan Amerikaans te noemen. Naast muziek voor beeld, componeert hij veel eigen werk.
Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?
“Poeh, dat zijn een hele hoop dingen … Wat ik geweldig blijf vinden aan het werken aan film is dat je met een grote groep mensen toewerkt naar een gemeenschappelijk doel: het vertellen van een mooi, belangrijk, grappig of uniek verhaal. Het medium film is een samenkomen van diverse creatieve krachten en disciplines en juist dat maakt werken aan een film vaak zo interessant. Het is heel dankbaar om als filmcomponist een extra dimensie te mogen toevoegen aan iets waar tot dat moment al zoveel talent en werk in is gestoken. Je laat je inspireren door de beelden en personages. Soms vaar je op gevoel en onderbuik, andere keren maak je in overleg met de regisseur bewuste dramaturgische keuzes door middel van de muziek, of juist door geen muziek te gebruiken in bepaalde scènes. Hoe dan ook, de score moet het verhaal tot leven brengen. En dan vaak op zo’n manier, dat je als kijker de filmmuziek wel ‘voelt’, maar niet ‘hoort’. Dat is de kern van mijn vak.”
“Wat natuurlijk ook tof is aan het werken aan films is dat iedere film weer heel anders is, waardoor je vaak meerdere muzikale kanten van jezelf kunt verkennen en laten zien. Maar tegelijkertijd probeer je als componist ook een bepaalde signatuur te ontwikkelen. Een ander hoogtepunt van het componeren van muziek is voor mij het werken met musici. Ik heb tijdens mijn opleiding en werk in LA mogen werken met de beste sessiemuzikanten ter wereld, en dat heeft me voorgoed veranderd. Een goede groep musici je noten voorschotelen en vervolgens je muziek tot leven horen komen, blijft iets prachtigs voor een componist. Het budget is er misschien niet altijd naar en zeker niet elke score heeft een groot orkest nodig, maar het werken met muzikanten voegt bijna altijd echtheid en persoonlijkheid toe aan een score en dus aan de film. Het combineren van enkele live musici (denk aan een strijkkwartet of een gitarist) met instrumenten en klanken die ik zelf bespeel en produceer, werkt vaak heel effectief.”
Kun je iets vertellen over waar je nu mee bezig bent?
“Op dit moment werk ik aan een Limburgse productie: de score voor de korte CineSud Talent film Barbara van regisseur Mark Handels.”
Wat is jouw motivatie geweest om dat te doen wat je nu doet?
“Ik ben van jongs af aan altijd een enorme filmliefhebber geweest. Ik ben erg visueel ingesteld en dompel mezelf graag onder in een film, opgaan in een andere realiteit.. geweldig. Ik luisterde als jong jochie al veel naar filmmuziek. Ik kan me herinneren dat ik een keer met de soundtrack van Out of Africa thuis kwam en mijn vader zei: ‘jongen, zou je je niet eens een leuk top 40 cd’tje kopen.’ Maar er was geen houden aan, haha.”
D”aarnaast bedenk ik ook al zo lang als ik me kan herinneren zelf muziek. De filmwereld en muziekwereld waren voor mij dus altijd al onlosmakelijk met elkaar verbonden.Toen ik op de middelbare school zat, viel het kwartje opeens en dacht ik: ‘ik wil muziek schrijven voor films.'”
Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?
“Een carrière opbouwen in de film of de muziek is een marathon, geen sprint. Zorg dat je altijd vooruit blijf gaan en geniet onderweg van wat je aan het doen bent.”
Op welke gebieden zie jij nog mogelijkheden tot verbetering met betrekking tot het maken van films in de Euregio?
“Ik geloof dat Limburgse filmmakers een andere sensibiliteit hebben dan andere Nederlandse filmmakers. Dit valt lastig te bewijzen en in algemene termen te vatten, maar de films die ik uit Limburg zie komen zijn volgens mij vaak fantasievol, magisch en beschouwend. Limburg ademt een andere sfeer dan de rest van Nederland en dat voel je terug in ‘Limburgse’ films. Het is mooi dat deze nieuwe stroom filmmakers een motor krijgt door het werk van CineSud en de provincie.”
“Wat ik graag zou zien in de toekomst is een volwaardige bioscoopfilm gemaakt door een collectief van jonge, Limburgse makers. Dus een commerciële bioscoopfilm bedacht en gedraaid door Limburgse makers. Met andere woorden: wat zou er gebeuren als je al die talentvolle nieuwe makers niet ieder een nieuwe korte film laat maken, maar in een meerjarenplan met z’n allen gaat toewerken naar een speelfilm uit Limburg die het grote publiek wil zien. Voor mijn part met vijf scenarioschrijvers en zeven regisseurs. Kortom, het bundelen van krachten en geld. Ik geef toe, makkelijker gezegd dan gedaan, maar een interessant idee, vind ik.”