John Appel: “Beperkingen bieden ook kansen”

De maker van onder meer ‘Zij gelooft in mij’ en ‘The player’ vertelt over zijn inspiratie en aanpak.

Geplaatst op 24 februari 2017

Kijk goed om je heen en je vindt overal inspiratie voor een nieuwe documentaire. Maar hoe weet je of je echt iets goeds te pakken hebt? En hoe ga je daar vervolgens zo slim mogelijk mee aan de slag? Vragen waar zeker jonge filmmakers hun hoofd over kunnen breken. John Appel (Zij gelooft in mij, The Player) kent het klappen van de zweep. Komende maand is hij twee dagen te gast op het Euregion Film Festival in Heerlen, voor een masterclass en persoonlijke coaching.

"Wat zijn de momenten waar het écht om gaat?"

Storytelling

“Mijn focus zal vooral liggen op ‘storytelling," vertelt Appel. “Hoe vind je een verhaal? Wat maakt iemand tot een geschikte hoofdpersoon? Hoe weet je of er iets gaat gebeuren als je gaat filmen? Dat doe ik aan de hand van voorbeelden, uit m’n eigen carrière maar ook van andere makers. Ik laat mezelf graaf inspireren door anderen, dus dat geef ik dan ook graag door."

Appel haalt het afgelopen IDFA aan, waar hij France van Raymond Depardon zag. “Hij rijdt daarin door Frankrijk en nodigt steeds twee mensen uit om in zijn camper plaats te nemen en met elkaar een gesprek te voeren. Soms gaat het een beetje over koetjes en kalfjes, maar over het algemeen zit je diep in iets wat tussen die twee mensen speelt. Daar word je dan even deelgenoot van, zonder dat er wordt geïnterviewd of ingegrepen. Een portret van zijn land aan de hand van gesprekken."

"Een hele simpele vorm, maar bedenk het maar eens en vind maar eens de juiste mensen. Dat vind ik heel bijzonder. Ik denk dat hij heel goed cast en dat hij waarschijnlijk van te voren weet wat er speelt. Hij zal het niet precies voorbereiden maar die mensen wel in de stemming brengt om het daarover te hebben. Je kunt niet zo maar twee mensen in een caravan neerzetten in de hoop dat er wat gebeurt. Je moet al een idee hebben dat er iets kan gaan gebeuren.”

"Soms ben ik jaloers op hoe eenvoudig een film kan zijn terwijl hij toch heel diep raakt.”

Een neus voor hoofdpersonen

Met inmiddels dertig jaar aan ervaring, heeft Appel zelf ook een neus gekregen voor geschikte hoofdpersonen. “Soms merk ik dat al op het eerste gezicht, dan bestaat er bij mij geen twijfel meer over. Het is niet altijd een heel lang proces. Ik kan dat alleen maar verklaren als een combinatie van intuïtie en mensenkennis. En soms heb ik ook al een bepaald onderwerp waar ik nog personen bij moet vinden. Voor The Player zocht ik bijvoorbeeld naar alter ego’s van mijn gokkende vader. Van tevoren wist ik niet wat voor mensen dat gingen worden, dat was best een moeilijke zoektocht. Ik heb heel veel mensen ontmoet die niet voldeden aan het vage profiel dat ik had. Het was bijna niet te benoemen waarom het bij sommigen dan wel klopte. Een gevangene bijvoorbeeld; meteen ontzettend interessant bij de eerste ontmoeting. Die man zat letterlijk en figuurlijk gevangen in zijn gokgedrag. Heel typerend voor wat ik zocht.”

"Het was bijna niet te benoemen waarom het bij sommigen dan wel klopte."

Inspiratie

Ideeën voor nieuwe films kunnen voor Appel overal vandaan komen. Zo vormde een krantenbericht over een naar Nederland gevlucht voetbalteam de basis voor Eritrea Stars en ontstond There goes my Heart nadat de filmmaker een persoonlijke tip had gekregen over een bejaardentehuis voor junks. “Ik ga nooit achter een computer zitten om een plan te bedenken, het komt altijd op m’n pad. Thematisch gesproken zitten mijn films vaak wel in dezelfde hoek. Weemoed, herinneringen, de dood, eenzaamheid. Allemaal beladen woorden, maar ik zie er intussen ook de schoonheid van in."

"Ik heb de grote lijn en thematiek altijd helemaal in m’n hoofd," gaat Appel verder, "maar hoe een draaidag eruit gaat zien bepaal ik per keer. Het belangrijkste van een filmplan is om duidelijk te maken wat het thema is en wat de grote vragen zijn waar je naar op zoek bent. En hoe je die denkt te vinden. Vooral die zoektocht staat bij mij heel erg open. Wie de mensen zijn die erin voor gaan komen, kan ik vaak in het midden laten. Als ik overtuigend kan benoemen wat het onderwerp is en welke thema’s er aan bod zullen komen, is het eigenlijk niet zo’n hele lange weg meer om de film gefinancierd te krijgen.”

"Dan is het eigenlijk niet zo'n hele lange weg meer om de film gefinancierd te krijgen."

Gericht werken

Als het project eenmaal van de grond is, blijft Appel spaarzaam met zijn camera omgaan. “Ik geloof niet in heel veel materiaal verzamelen. Ik vind het juist de sport om daar zo gericht mogelijk in te zijn. Door dingen niet te filmen. Ik geloof heel erg dat je zonder camera beter kijkt, en vooral dat mensen je beter gaan vertrouwen. Voor mijn manier van werken is het beter om eerst die band op te bouwen, goed gekeken te hebben en dan pas te filmen. Ik wil niet wachten tot de montage om te beseffen wat ik aan het doen ben.”

De filmmaker realiseert zich dat daar ook nadelen aan vast zitten. “Soms mis ik dingen in de montage, maar ik vind het belangrijker om van tevoren al duidelijke keuzes te hebben gemaakt. Tijdens het filmen bedenk ik steeds of ik de camera wel of niet aanzet, en heel vaak gaat hij niet aan. Soms is er ook de beperking van tijd. Weer een uitdaging voor mezelf om toch zoveel mogelijk te krijgen. Dan moet ik dus heel sterk kiezen voor een bepaalde insteek, terwijl het uiteindelijk ook nog spontaan moet gebeuren. Maar intussen wordt de manier van filmen daar ook intenser door.”

"Zonder camera kijk je beter."

Beperkingen

Beperkingen kunnen dus juist nieuwe interessante stappen zijn, weet Appel uit ervaring. “Als ik ergens niet kan binnenkomen, probeer ik iets daarmee te doen. Als iemand doodgaat, zoals bij Johnny Meijer, dan zie ik dat als het begin van een nieuwe film. Natuurlijk is dat ook een enorme beperking, maar tegelijkertijd biedt het kansen voor een ander type film, die intussen hetzelfde thema heeft. De truc is om goed in te spelen op de situaties die je krijgt aangereikt."

En dat valt niet altijd mee. “Je moet het ijzer smeden als het heet is, aanvoelen wanneer zich een goed moment voordoet. Vaak kom je erachter dat je dat ongemerkt voorbij hebt laten gaan. Je moet dus op het moment zelf doorkrijgen dat je de kern van de film voor je hebt. Wat zijn de momenten waar het écht om gaat? Daar probeer ik mensen heel erg op te wijzen.”