Waar leden van het eerste uur van CineSud ruim vijf jaar geleden van droomden, lijkt langzaam maar zeker vaste vorm te krijgen: Limburg als volwaardige filmregio. Zo is de One Night Stand Limburgia van de uit Maastricht afkomstige regisseur Noël Loozen niet alleen geheel in Limburg gedraaid (onder meer in Vijlen, Slenaken en Maasbree), maar kent de film ook een vrijwel volledig Limburgse cast. Zelfs de crew telt, naast de regisseur, nóg twee Limburgers.
Noël (34 jaar, opgegroeid in Maastricht) maakte in 2015 een korte, licht absurdistische en in de Limburgs/Belgische grensstreek opgenomen film Spoetnik. Deze is inmiddels vertoond op tientallen festivals wereldwijd, viel diverse malen in de prijzen en werd uitgezonden op de Franse en Belgische TV. Noël kreeg dus trek in méér. Hij had de smaak van draaien in zijn eigen provincie te pakken en koos voor een oer-Limburgs thema: ‘de sjutterie’.
Noël: “Als kind al was ik gefascineerd door schutterijen. Aan de hand van oma ging ik wel vaker kijken als ze voorbij marcheerden. Uniformen, ‘verkleden’, dat vond ik erg spannend. Ik ben helaas bang dat de schutterstraditie in Limburg door vergrijzing en gebrek aan nieuwe aanwas wellicht over zo’n 80 jaar verdwenen is. Dit wordt ook erkend door mensen uit de schutterswereld. Het zal meegespeeld hebben dat ik iets van deze eeuwenoude traditie wilde vastleggen.”
“Als kind al was ik gefascineerd door schutterijen.”
Tragi-komisch drama
Het verhaal in een notendop: de 60-jarige schutter Willie zet alles op alles om nu eindelijk eens koning van zijn schutterij ‘Limburgia’ te worden. Aan het behalen van deze eretitel is hem veel gelegen en hij bereidt zich grondig voor op het jaarlijkse koningsvogelschieten. Er gaat op de grote dag echter van alles mis. Zijn vrouw Fien gaat een voorraad bier halen bij de supermarkt, maar verongelukt onderweg. Willie draait door en wordt ook nog geconfronteerd met de dorpsburgemeester die in verband met gemeentelijke bouwplannen het schutterslokaal wil slopen. Willie trekt als een eenmans-leger ten strijde en hoopt daarnaast zijn overleden vrouw postuum tot koningin te kunnen kronen.
Een scenario, door Noël samen met Joeri Kloppert geschreven. Noël moet even nadenken voordat hij de juiste omschrijving van het genre vindt: “Ik denk dat ‘tragi-komisch drama’ het dichtst in de buurt komt. We balanceren op de lach en de traan. Eigenlijk is het een lief verhaal, het heeft iets romantisch. Het gaat over verlies, over rouw. Er zit misschien wel een kleine boodschap in, dat je niet vast moet blijven staan in de tijd, maar moet leren naar de toekomst te kijken.”
“We balanceren op de lach en de traan.”
Unieke streek
Draaien in Limburg; Noël had er zin in. “Het voelt vertrouwd, dicht bij mezelf. Mijn familie woont hier nog. Alleen al het lopen door Limburg geeft mij energie. Dat voor Nederlandse begrippen buitenlandse landschap. Het is gewoon een unieke streek met bij wijze van spreken na elke 100 meter weer een andere taal. Als filmmaker vind ik dit een van de meest onderschatte provincies van Nederland.”
Noël woont en werkt alweer 13 jaar in Amsterdam. Behaalde een BFA fotografie aan de Gerrit Rietveld Academie en een MFA film aan de Nederlandse Filmacademie. Weet dat in de Randstad een groot deel van de vaderlandse filmproducties wordt gedraaid. Overheden en bevolking beseffen dat ook.
Noël: “Als je in Amsterdam voor een vergunning gaat, krijgt je doorgaans te horen dat je over een week maar weer eens terug moet komen. Als je een café binnenloopt met de vraag of je er misschien zou mogen filmen, dan vragen ze meteen een bedrag van duizenden euro’s. In Limburg, zo hebben we ervaren, gaat dat veel soepeler. “Oh, wat leuk! Natuurlijk, kom maar.” Dat krijgen we dan te horen.”
Hulp van CineSud
Productiebedrijf Halal en Noël ondervonden natuurlijk steun van CineSud, dat hen wegwijs maakte in het Limburgse filmlandschap, hielp met locatiescouting en het vinden van acteurs/actrices en figuratie. Dát ging vrijwel vlekkeloos, maar productioneel zeker niet alles. “Ik droomde eens dat er bij mij thuis voor de deur 50 boze schutters stonden”, vertelt Noël. Gevolg van zijn vruchteloze pogingen om een schuttersvereniging te vinden die mee zou willen werken. Dat had deels te maken met het feit dat Limburgia gedraaid werd in mei, een periode waarin veel schuttersfeesten plaatsvinden of voorbereid worden. Maar vooral ondervond Noël achterdocht: “Schutterijen die door ons benaderd werden gaven aan dat ze vreesden dat wij de schuttersfolklore belachelijk zouden gaan maken. Ik kreeg ze niet van het tegendeel overtuigd. Of ze wilden onredelijk veel geld hebben. Uiteindelijk vonden we schutterij St. Lucia uit Horst bereid om mee te doen. Echt lieve mensen. We kregen van hen uniformen en geweren voor onze acteurs te leen en een flink aantal schutters was bereid mee te figureren. En natuurlijk hebben zij een vergoeding gekregen.”
Onbekende wereld
Dan was er ook nog het feit dat de ruim 40 leden tellende crew totaal niet bekend was met het fenomeen ‘schutterij’ en de Limburgse mores (uitgezonderd de uit Limburg afkomstige locatiemanager Pepijn Pekelharing en de Limburgse productie-assistent Yoeri Brassé).
Noël: “Vanuit Amsterdam nam ik ze mee naar een wereld die ze niet kennen. Ik heb veel moeten uitleggen en we zijn samen naar een schuttersfeest gegaan. Ook productioneel vergde het van hen aanpassingsvermogen. Als je met Limburgers afspraken wilt maken over bijvoorbeeld het gebruik van een locatie, dan kun je dat niet afdoen met een telefoontje. Je moet er persoonlijk naar toe gaan en geduldig alles uitleggen en soms nog eens voor een tweede afspraak terugkomen, want in het zuiden beseffen ze vaak niet wat het betekent als je een hele filmploeg over de vloer of op je terrein krijgt. Vaak helpt het wel als er iemand bij is die Limburgs is of spreekt.”
Ook kreeg Noël nog een confrontatie met de politie. “Met cameraman Tim Kerbosch reed ik vaker rond om draaiplekken te zoeken. Dus hier en daar fotografeerden we ook wat. We merkten dat we soms gevolgd werden door teams van buurtpreventie. Zo kregen we een telefoontje van de politie, of wij twee getinte mannen waren in een rode VW Polo! Ja, Tim en ik hebben beiden donker haar. Daar schrok ik toch wel even van, dat achterdochtige van de mensen hier.”
“We merkten dat we soms gevolgd werden door teams van buurtpreventie.”
Maastrichtse taalcoach
De voertaal in Limburgia is Limburgs dialect en vanwege de landelijke release wordt natuurlijk ondertiteld. De acteurs en actrices kregen de vrijheid om ieder hun eigen ‘plat’ te spreken. Hoofdrolspeler Michiel Kerbosch – een niet-Limburger – is echter maanden voor de draaiperiode al aan de slag gegaan om Maastrichts te leren spreken. Dat deed hij onder begeleiding van ‘taalcoach’ Bèr Brounts van de Maastrichtse afdeling van dialectvereniging Veldeke. Bèr was permanent op de set om Michiel te checken op correcte uitspraak. De jonge acteur Tarik Moree, van de Maastrichtse toneelacademie geplukt en in de film Michiels zoon, sprak al vrij snel geloofwaardig dialect. Helemaal geen probleem was het voor Mieneke Bakker van Toneelgroep Maastricht, echtgenote van Michiel. De overige ‘Limburgse’ rollen werden ingevuld door autochtone Limburgers, waaronder Ben Ramakers, Maarten Brorens, Guus Jacobs, Irma van Hoof, Jef Vliegen, Marie-Ange Castermans en Dorrie Satijn.
Casten (dat deed Noël zelf), repeteren en kleding passen gebeurde in Maastricht. Dat was logisch, maar volgens Noël niet altijd even praktisch: “Het betekende voor ons heel veel heen en weer reizen tussen Amsterdam en het zuiden.”
Uitzending op NPO 3
Limburgia (45 minuten) is na een selectie gerealiseerd in het kader van het jaarlijks filmproject voor aanstormende en talentvolle film- en TV-makers met de naam One Night Stand en van daaruit ook grotendeels gefinancierd. De film gaat in première op het Nederlands Film Festival in Utrecht (september), is daar meerdere malen te zien en maakt kans op een Gouden Kalf in de categorie Televisiedrama. Een Limburgse première voor genodigden vindt plaats op 1 oktober in Lumière Maastricht. De TV-uitzending is gepland voor vrijdag 3 november, om 22.30 uur, op NPO 3.
Overigens maakt Noël tweemaal kans op een Gouden Kalf. Zijn korte film Botanica is eveneens geselecteerd voor de competitie.