Boekverfilmingen

Column van Henry de Hoon

Geplaatst op 22 januari 2018

Toen ik een jaar of veertien was, nam mijn moeder mijn zus en mij mee naar de bioscoop om een verfilming van Jane Eyre te gaan zien, naar het beroemde boek van Charlotte Brontë. Mijn moeder ging nooit naar de bioscoop, maar voor de verfilming van haar lievelingsboek maakte ze een uitzondering. Wij waren nog wat jong voor dat boek, maar de film begrepen we wel, dacht ze. Ze wist precies hoe het verhaal ging, dus bij elke scene fluisterde ze iets in de trant van: nu moet je opletten, nu gebeurt er dit of nu wordt het spannend. Normaal gesproken ga je daarvoor niet naar de film. Maar bij een boekverfilming is het gedeeltelijk de lol dat je weet hoe het gaat en nu eindelijk de plaatjes erbij ziet.

Verkeerde keuzes

De vraag is of die plaatjes tegenvallen. De plaatjes in je hoofd zijn altijd anders. En dan nog: zelfs al zijn de afzonderlijke plaatjes en personages ongeveer wat je dacht, de film zelf kan toch tegenvallen. Een recent voorbeeld vond ik de verfilming van Publieke Werken, naar de roman van Thomas Roosenboom. Je valt de film binnen met een enorm akelige verkrachtingsscene, waarbij filmische kunstjes niet worden geschuwd om een zo weerzinwekkend mogelijk effect te bereiken. In het boek komt dit totaal niet voor, zeker niet op die manier. Ik kan begrijpen dat subtiele bespiegelingen uit het boek van een jonge vrouw die zich onder druk gezet voelt en dingen doet die ze eigenlijk niet wil, veel te complex zijn voor een film waarin je kort en bondig moet blijven, maar dit was een heel verkeerde keuze. De film was voor mij na die openingsscene al mislukt als film, nog afgezien van het feit dat het niet overeenkwam met de geest van het boek.

Eerst het boek, of eerst de film?

Daarbij rijst wel de vraag of het in het algemeen iets uitmaakt of je éérst het boek leest, of pas nadat je de film gezien hebt. Misschien is het even moeilijk het universum van een boek te accepteren nadat je een perfecte film hebt gezien, als andersom. Vooral mensen die op beeld zijn gefocust, worden na het zien van een film niet snel door woorden betoverd. Harry Potterfans vinden het over het algemeen veel leuker om eerst de boeken te hebben gelezen, zodat de films veel meer tot de verbeelding spreken. Ook al zijn veel fragmenten en personages weggelaten, je brein vult dat onbewust toch aan bij het bekijken van de film.

Valkuilen

De valkuil voor iedere scriptschrijver die een boek wil verfilmen, is dat een film nu eenmaal iets anders is dan een boek. Niet alles kan erin, niet elke dialoog die in het boek goed werkt, werkt op het witte doek. Je kunt echter ook te ver doorschieten. In opdracht voor de BBC schreef scenarist John Brownlow het scenario voor The Miniaturist, naar de gelijknamige bestseller van Jessie Burton. Het verhaal speelt zich af in het Amsterdam van de 17e eeuw, waar de jonge vrouw van een rijke koopman geheimzinnige miniaturen voor haar poppenhuis krijgt bezorgd die haar op het spoor van een geheim brengen. De scenarist zegt dat het boek zo sterk geconstrueerd is, dat hij er als scenarist weinig werk aan had. De BBC vond echter dat hij een aanpassing moest doen: de miniatuurmaker zelf opvoeren in de film, terwijl die in het boek een mysterie blijft. Dat was geen goed idee. Voor mij voegde dit totaal niets toe en de film ging uit als een nachtkaarsje.

Film beter dan het boek

Soms is de film beter dan het boek, zoals The Shining, waarbij de doorsnee roman van Stephen King toch tamelijk in het niet valt bij de magistrale verbeelding van Stanley Kubrick.

Voorbeeld van een geslaagde boekverfilming die het boek recht doet en toch als film interessant is, vind ik Knielen op een bed Violen, naar een roman van Jan Siebelink. De kern van het verhaal blijft overeind, personages zijn goed gecast, goede sfeer en prachtige muziek. Ik vroeg scenarioschrijver Hugo Heinen tijdens een masterclass van CineSud hoe hij op het interessante beeld was gekomen om vogels om de zon te laten vliegen op het moment dat God tot de hoofdpersoon spreekt. Dat voegde voor mij iets toe. Laat dát nou net een idee van de special effect-man te zijn geweest. Maar dat is het mooie van film: in tegenstelling tot de eenzame werkwijze van een romanschrijver, is film het product van vele talenten die samenkomen.