Deze maand gaat de 38e editie van het Nederlands Film Festival van start. Wij spraken film- en televisieprogrammeur Claire van Daal over de selectieprocedure en de totstandkoming van het programma van dit festivaljaar.
“Je wilt blijven verrassen en veel nieuws en moois aanbieden voor verschillende mensen met verschillende smaken.”
Je bent inmiddels zes jaar programmeur: wat maakt het nog zo leuk om te doen?
“Het verveelt nooit en blijft eervol. Je dompelt je onder in verhalen, ervaringen, opinies… dat je bij het kijken al denkt aan het plezier dat je het publiek doet en makers de gelegenheid biedt gezien te worden: waardering en tongen losmaken voor dat waar makers hun ziel en zaligheid in leggen. En omdat makers geen eenheidsworst maken, word ik door mijn werk gigantisch getrakteerd op een mooie variëteit aan genres, vormen en stijlen. En dat is heel erg fijn voor een veelvraat als ik.”
Liep je tijdens de selectie voor deze 38e editie ook tegen nieuwe uitdagingen aan?
“Die veranderen eigenlijk niet: je wilt vooral blijven verrassen en veel nieuws en moois aanbieden voor verschillende mensen met verschillende smaken, voorkeuren en verwachtingen.”
Bestaat het programma voor het Nederlands Film Festival eigenlijk enkel uit ingezonden producties?
“Nee, we sporen ook zelf op. En als het dan zo is dat een inschrijving uitblijft, en we zijn enthousiast, dan benaderen we makers, producenten en omroepen om een betreffende productie vooral in te schrijven. Het is dan natuurlijk fantastisch om te zien als iemand later met een felbegeerde nominatie of prijs je festival verlaat.”
En waar bestaat het programma verder uit?
“We hebben een uitgebreid professionalsprogramma dat vier dagen duurt met gasten uit binnen- en buitenland. Ook worden masterclasses verzorgd, dit jaar bijvoorbeeld door Martin Koolhoven en Frans Bromet & Bert Hogenkamp. Collega en hoofd van de programma-afdeling Parwin Mirrahimy is daarnaast verantwoordelijk voor het programma Blikverruimers: Michiel van Erp, Olga Zuiderhoek, Yous & Yay en Adriaan de Jongh maken ieder een avondvullend programma met aansprekende gasten over verschillende onderwerpen die hun na aan het hart liggen. En dan zijn er altijd een heleboel speciale vertoningen, want alleen maar kijken is er niet bij. Zo werken we bijvoorbeeld met andere partijen die hun dag of avond bij ons maken en mee kiezen: Volkskrantdag, VICE NIGHT, FULL SCREEN ism XITE, de NFF Documentaire Primeursdag in samenwerking met 2DOC en ik ga nog even door.”
Hoeveel inzendingen zijn er dit jaar binnengekomen?
“Zeshonderd, dat is een vergelijkbaar aantal met vorig jaar.”
Een helse klus om daaruit een selectie te maken: hoe gaat deze in z’n werk?
“Die voor de lange documentaires en speelfilms voor opname in de competitie verloopt volgens het academy-systeem. Mogelijke premièrefilms kijken we met meerdere mensen; adviseurs en directie bijvoorbeeld. Omdat er dit jaar 80 lange documentaires en speelfilms in competitie zijn, moeten we er als festival ook voor kiezen welke we níét vertonen. Voor de categorieën korte film, korte documentaires en tv-drama werken we ook met adviseurs.
Wie zijn dat?
“Dit jaar waren dat filmmakers Gülsah Dogan en Dwight Fagbamila, EYE-programmeur Ronald Simons, programmeur en journalist Hugo Emmerzael en animatieproducent Daan Velsink. Op basis van mijn voorselectie gaan zij aan het werk en adviseren zij schriftelijk en mondeling. Ik hak dan de knoop door en betrek dan ook nog de algemeen directeur Silvia van der Heiden erbij om tot de competitielijsten te komen. Naar de debuten en studentenfilms kijken we overigens ook met aantal mensen.”
Aan welke selectiecriteria moeten alle producties voldoen?
“Die worden niet afgevinkt per film, want dan zouden we een saai overzicht van films bieden. We kijken naar structuur, balans in spanning, onderwerpen die het verdienen om juist in een filmproductie te worden gevangen, naar bijzondere prestaties die verricht zijn door mensen aan het begin staan van een carrière én die van de ervaren makers, naar wat films losmaken, wat ze al dan niet actueel maken en naar het samenspel van alle disciplines voor en achter de camera.”
Verschillen die criteria per festivaleditie?
“De criteria niet zozeer, maar we ervaren wel oplevingen in onderwerpen. De vluchtelingencrisis is er bijvoorbeeld eentje die meer films opleverde dit jaar. Ook een onderwerp als dementie komt vaker terug, evenals het leven tussen verschillende culturen: wat is jouw thuis en wie bepaalt wat jouw thuis is? Meerdere makers kwamen met films die ingaan op hun eigen leven. We kijken dan allereerst naar de kwaliteit en bepalen dan of het gerechtvaardigd is ze al dan niet allemaal te laten zien.”
Hoe gaan jullie te werk bij twijfelgevallen?
“Altijd afvragen of het met smaak te maken heeft: natuurlijk heb ik een eigen smaak, maar ik heb ook rekening te houden met de smaak van ons breed samengestelde publiek waar we altijd een groei in nastreven. En als het festival voor het nationale product altijd afvragen of je dat product ook in alle soorten en maten aanbiedt. Dus we kijken vaak een tweede keer.”
Wat gebeurt er als jullie onderling sterk van mening verschillen?
“Staan twee adviseurs bijvoorbeeld lijnrecht tegenover elkaar, dan laten we er nóg een adviseur naar kijken. Volledig en zorgvuldig; ze kunnen het dus niet voor gezien houden na tien minuten. Het is belangrijk om het belang van het publiek en de makers voor ogen blijven houden, al klinkt dat laatste misschien raar in de oren van de maker waarvan je de film afwees.”
Je haalde eerder kort even de bijzondere prestaties van jongere filmmakers aan: welke activiteiten ondernemen jullie om jong talent een podium te bieden?
“Dat doen we op tal van manieren: in competities voor debutanten en studenten bijvoorbeeld en door aanstormend talent in competities te plaatsen. Daarnaast trekken we premières van jonge getalenteerde makers aan en pakken we groots uit; die van ANNE+ in de Stadsschouwburg is hier een voorbeeld van. Ook zijn er onderdelen in het professionalsprogramma waar talenten contacten kunnen leggen, voorgesteld worden aan nieuwe collega’s en mee kunnen doen aan masterclasses en workshops. Daarnaast selecteren we vier talents en route die een programma op maat krijgen en daarmee een zet in de rug voor een veelbelovende start van een loopbaan. Bovendien zijn er prijsuitreikingen, bijbehorende persberichten en nog veel meer.”
Spreken jullie jonge makers ook om te peilen wat zij van deze activiteiten vinden?
“Dat doen we zeker! En vooral ook om het volgende jaar nóg beter te doen. Naast een algemene enquête die we ieder jaar ook onder alle profs verspreiden, zijn de lijnen kort en weten ook jonge makers programmeurs en andere collega’s gemakkelijk te benaderen. De toegankelijkheid van een ieder is groot, dus we horen altijd snel wat top ging en waar men grotere verwachtingen van had.”