In Alexander Payne’s prachtig geschreven Sideways zit een scène waarin hoofdpersoon Miles zijn liefde voor de Pinot-druiven uitlegt. “Ze zijn grillig, rijpen jong en alleen de kwekers die echt de tijd nemen kunnen ze tot volle uiting brengen.” Tussen de regels door heeft de eenzame Miles het eigenlijk over zichzelf. Gastronomie kan van alles over mensen zeggen, weten we door allerhande eetfilms. Volgende maand kun je dat zelf gaan zien op het Food Film Festival in Roermond.
Love & Fungi
Eén van de films op het programma vertoont trekjes van Payne’s Oscarwinnaar. In Love & Fungi worstelt de gesloten Lucien om een vrij en onafhankelijk leven te leiden als verkoper van zelfgeplukte paddestoelen, die hij liefdevol in voice-overs beschrijft. Vertelt hij over hoe het grootste gedeelte van een zwam onzichtbaar onder de grond zit, dan kunnen kijkers dat zien als een hint naar zijn eigen moeilijke, onpeilbare karakter. En zo gaat dat veel vaker in eetfilms. Zodra voedsel een grote rol krijgt, kun je er vergif op innemen dat er iets over het leven zelf mee gezegd gaat worden.
Klinkt dat hoogdravend? Laten we dan even verder gaan met een vrolijker voorbeeld: Charlie and the Chocolate Factory, naar het beroemde boek van Roald Dahl. In Willy Wonka’s fabriek dendert de chocola in watervallen naar beneden en groeit het snoepgoed overal om direct geplukt te worden. Een heerlijke kinderfantasie natuurlijk, maar het verhaal gaat om meer dan alleen dat. Wonka’s paradijs is een podium om hebberigheid tentoon te stellen. En keihard af te straffen. Het clubje jonge tieners wordt steeds verder uitgedund.
Chocholat
Maak die tieners een paar jaar ouder en hun onbedwingbare lusten nemen andere vormen aan. Iedereen die American Pie heeft gezien, weet waar we het over hebben. Warme appeltaarten zijn sinds de komediehit nooit meer hetzelfde geweest. Een tikje subtieler gaat het er in Chocolat aan toe, maar ook daar komen weggestopte verlangens via lekkernijen naar boven borrelen. Voedsel en passie gaan vaak hand in hand.
Dat betekent dat een gebrek aan die passie ook meteen iets over personages kan zeggen. Kijk naar de zure culinair recensent uit Ratatouille. Graatmager, omdat hij alleen nog doorslikt wat hij lekker vindt. Of komieken Steve Coogan en Rob Brydon in hun The Trip-series (eind juni verschijnt The Trip to Spain), die tijdens hun eindeloze discussies nauwelijks doorhebben welke sjieke hapjes ze naar binnen proppen. Grappige uitvergrotingen, die kijkers intussen ook waarschuwen: zorg ervoor dat je niet zo’n cynische sukkel wordt en blijf genieten van de dingen om je heen.
Wanstaltig avondmaal
Volbloed-eetfilms zoals Chef of The Hundred-Foot Journey, die om culinaire hoogstandjes heen lijken te zijn gebouwd, onderstrepen die boodschap nog eens dik. Publiek kan watertandend kijken naar sierlijk gefilmde shots van dampende borden, kleurrijke gerechten die van het scherm spatten en close-ups van ogen die zich langzaam sluiten. Liefde gaat door de maag, dus een magistrale maaltijd spreekt boekdelen.
Net als een wanstaltig avondmaal trouwens. Het summum daarvan is te vinden in de walgelijk sadistische dinerscène van Pasolini’s beruchte Salò o le 120 Giornate di Sodoma. Een stuk luchtiger is de verdorvenheid van Matilda, waar het boosaardige schoolhoofd een leerling dwingt om een gigantische taart te eten. Of de rijke vrienden die in La Grande Bouffe zelfmoord willen plegen door zichzelf dood te eten. Een ludieke vondst om een sneer uit te kunnen delen aan de consumptiemaatschappij, zoals documentairemaker Morgan Spurlock dat recenter met Super Size Me op z’n eigen manier deed.
Want zoals meer docu’s (Cowspiracy, Food, Inc.) de afgelopen jaren hebben bewezen, moet ons eigen eetgedrag tegenwoordig ook streng onder de loep worden genomen. Een beetje minder mag best. En dan hebben we het natuurlijk wel alleen over het echte leven. Want als voedingsbron voor drama, komedie, horror en alles wat daartussenin zit, blijft eten een verdomd smakelijk filmingrediënt.