Virtual Reality: Een nieuwe vertelvorm in de maak

EYE Filmmuseum besteedt met nieuw programma Xtended structureel aandacht aan immersieve techniek.

Geplaatst op 9 april 2018

Een ruime meerderheid van de Nederlanders heeft er al kennis mee gemaakt, grote bedrijven als Facebook investeren erin en op festivals als IDFA en onlangs het Euregion zie je het steeds vaker opduiken: Virtual Reality. Zeker bij de eerste beleving is de immersieve techniek vooral een indrukwekkende attractie. Maar VR is meer dan dat. EYE Filmmuseum laat bezoekers kennismaken met de nieuwe kunstvorm, en de mogelijkheden die er voor het oprapen liggen.

“Mensen kijken al veel langer naar hoe ze via technologie nog dieper onder je huid kunnen komen.”

Je zit achter een typemachine in een bedompte kamer. Leun naar voren om te lezen wat er geschreven staat, kijk omlaag en zie geanimeerde benen en armen, kijk recht voor je en er doemt een naargeestig, vervreemdend spiegelbeeld op dat precies gelijk met je eigen hoofd beweegt. Is dit de schrijver? Ben je dit zelf? Welkom in het nachtmerrie-achtige My name is Peter Stillman, de vier minuten durende verbeelding van Paul Austers City of glass waar EYE zijn nieuwe programma Xtended vorige week mee opende. Een ervaring die je meeneemt in een verwarde geest en het concept van identiteit overhoop gooit. Ondenkbaar om uit te voeren als een normale film.

Zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen waarin Virtual Reality zijn kracht toont ten opzichte van film. EYE-programmeur Anna Abrahams is verheugd om daar structureel aandacht aan te kunnen besteden, met elke twee maanden een nieuwe VR-belevenis. “Dit is een compleet nieuwe vorm om met bewegend beeld iets te vertellen, of mensen iets mee te laten maken. Iets wat film altijd al heeft gewild. Je zult de verhalen van de eerste filmvertoning misschien wel kennen. De beelden van een trein die aan komt rijden en mensen die van schrik onder tafel duiken. Eigenlijk was dat ook al een beetje Virtual Reality. Film is een technologisch medium. Mensen kijken al veel langer naar hoe ze via technologie nog dieper onder je huid kunnen komen.”

Qua ontwikkeling staan VR-makers waar filmregisseurs begin 1900 waren. De tijd waarin niemand nog doorhad wat je kon bereiken met technieken als montage, geluid en camerabewegingen. Ook nu moeten de belangrijkste vondsten misschien nog komen. Shots achter elkaar plakken of close-ups tonen om iets duidelijk te maken, werkt met VR niet meer. Er zijn veel minder mogelijkheden om aandacht te manipuleren, je in een verhaal mee te krijgen. Kijkers kunnen hooguit begeleid worden door accenten te verplaatsen. Komt een geluid van rechts, dan is de kans groot dat je blik daar ook naartoe gaat. Loopt er een personage door het beeld, dan zullen kijkers die beweging makkelijker volgen. Er worden zowel interessante mogelijkheden als beperkingen ontdekt. Welke kant kunnen kunstenaars en filmmakers op in de toekomst?

“Momenteel staat het echt nog in z’n kinderschoenen”, vertelt Abrahams. “We beginnen er nu bijvoorbeeld achter te komen dat Virtual Reality veel beter is in vertellen met ruimtes dan met tijd. Film kun je zien als een ‘en-toen-en-toen’-vertelling, maar met VR ga je naar een andere plek en wordt het veel individueler wat je meemaakt. Een aantal elementen staan vast, maar in welke volgorde je het meemaakt en hoe ver je gaat, is voor iedereen anders. De plek en sfeer worden heel belangrijk. Die beleef je veel intenser, fysieker.”

“De plek en sfeer worden heel belangrijk. Die beleef je veel intenser, fysieker.”

Intussen zijn kunstenaars ook bezig om de grenzen van Virtual Reality op te schuiven. Zo blijkt het niet compleet individueel te hoeven zijn. Abrahams vertelt over een nieuw project van de IJslandse lichtkunstenaar Olafur Eliasson, ontworpen om met veertien personen tegelijkertijd te beleven. “Een soort magische ervaring waarin je ballen van water en licht kunt maken, en je elkaars creaties kunt zien. In die zin wordt dat meer een groepservaring.” Daarnaast blijkt ook de vaak relatief korte speelduur steeds verder te kunnen worden opgerekt. “Er staat bij ons nu al een film van 55 minuten op het programma voor januari. Een heel rustig werk van Tsai Ming-liang. Het gaat over een zieke man die in een flatgebouw in de jungle leeft. Hij zit in een groot bad met een vis, droomt over z’n moeder, of een bruid. Je zit in een soort roes, een hallucinatie bijna. Ik denk dat we dat soort langere lengtes steeds meer aan zullen kunnen.”

“Of het film zal wegdrukken? Dat denk ik niet.”

“Denk aan de verslagen van toen de roltrap net was uitgevonden”, gaat Abrahams verder. “Ons lichaam zou er niet voor zijn gemaakt, sommige mensen konden er maar beter uit de buurt blijven. VR voelt nu misschien soms ook nog gek, maar ik denk dat we daar steeds meer aan gewend zullen raken. Of het film zal wegdrukken? Dat denk ik niet. We lezen ook nog steeds boeken, zingen liedjes. De vraag is vooral waar het terecht gaat komen. In games, kunst, of misschien wel gewoon allemaal. Heel interessant om te volgen. We zullen dan ook één keer per jaar speciale aandacht besteden aan Nederlandse makers. Dan zetten we meerdere werken neer, om vervolgens te kunnen discussiëren over wat werkt, wat beter kan, en waarom. Die ontwikkeling van wat dit nieuwe medium ons kan brengen, is iets waar we bovenop willen zitten.”