In gesprek met Chris Frieswijk

De 80-jarige couchsurfer Tahar maakt het zijn missie reizigers het ware Tunesië te laten ervaren. Hij biedt ze een bank aan en reisadvies op maat.

Geplaatst op 14 februari 2019

Regisseur Chris Frieswijk heeft Kunst, Cultuur en Media gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zich heeft gespecialiseerd in filmwetenschappen. Tegenover CineSud magazine vertelt hij nu over zijn nieuwe project Het Verborgen Reisbureau van Oom Tahar.

“Elke keer als ik iets maak, of het nu voor een opdrachtgever is of eigen werk, is er in de wirwar van creatieve keuzes een magisch moment waarop het verhaal dat je wilt vertellen en de vorm waarin je dat doet samenvallen.”

Kun je iets over jezelf vertellen?

“Mijn naam is Chris Frieswijk, 30 jaar. Geboren in Amsterdam en via allerlei omzwervingen, zoals Warffum en Boedapest, terecht gekomen in prachtige Hanzestad Zutphen. Ik heb Kunst, Cultuur en Media gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar ik me heb gespecialiseerd in filmwetenschappen. Later een Master aan de Universiteit van Amsterdam, waar ik mij specifiek gericht heb op research en ontwikkeling van documentaire. Sindsdien ben ik eigenlijk films gaan maken, vaak in opdracht. Zodoende werk ik nu al vijf jaar als regisseur bij bureau Beeldtaal Filmmakers, een productiebedrijf uit Deventer. Daarnaast ben ik mij meer aan het richten op eigen werk, want ik merk steeds weer dat mijn passie ligt bij het vertellen van mooie verhalen die mij fascineren. De laatste jaren ben ik vaak naar Afrikaanse landen gereisd, daar zat een soort aantrekkingskracht. Zo onderzocht ik muzikale tradities in Mozambique, filmde pittige bejaarde dames op het platteland van Oeganda, regisseerde een film over scholieren in Zambia en volgde straatmuzikanten in Senegal.”

Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?

“Elke keer als ik iets maak, of het nu voor een opdrachtgever is of eigen werk, is er in de wirwar van creatieve keuzes een magisch moment waarop het verhaal dat je wilt vertellen en de vorm waarin je dat doet samenvallen. Het is het moment dat de film meer wordt dan alleen de shots, het geluid, de woorden … Het wordt een verhaal. Het gaat echt leven; het wordt iets dat je kunt beleven. Meestal heb ik tijdens research/filmen al een richting, en valt alles tijdens het draaien en de montage echt samen. Het voelt alsof je een cadeautje krijgt, pure verwondering, elke keer weer.”

Kun je iets vertellen over waar je nu mee bezig bent?

“In het kader van De Ontmoeting ben ik samen met cameraman Chris Dunnink bezig met een korte documentaire over een 80-jarige Tunesische couchsurfer. Het verborgen reisbureau van Oom Tahar vertelt het verhaal van hoe gastvrijheid en onzelfzuchtigheid de wereld een beetje mooier maken. Tahar ontvangt via de online community al jaren lang reizigers die hij op weg helpt in zijn land. Hij wijst ze op de mooie pareltjes, en probeert ze tegelijkertijd te behoeden voor de toenemende corruptie. Ik heb zelf zes jaar geleden bij hem gelogeerd toen ik aan het backpacken was in de regio. Het is een markante man, die leeft met één gouden regel: neem enkel wat je nodig hebt en geef weg wat je kunt missen. De vraag die daarin telkens terug komt is hoe verenigbaar zijn idealen zijn met de werkelijkheid van post-revolutie Tunesië, waarin de samenleving juist individualistischer wordt. Het is ook erg leuk en leerzaam samen te werken met documentaireproducent Moondocs voor dit project. En het is mijn eerste ervaring met crowdfunden, best spannend dus! Het streefbedrag binnenhalen is namelijk een voorwaarde om de film te kunnen maken.”

Wat is jouw motivatie geweest om filmmaker te worden?

“Ik begon heel jong met strips tekenen, blijkbaar vond ik het al heel vroeg leuk om verhaaltjes te vertellen aan de hand van frames. En nu ik er zo over nadenk, ging dat vaak ook al over andere, verre werelden en eigenzinnige hoofdpersonen die ongewone avonturen beleefden. Eigenlijk is er niet zo veel veranderd dus!”

Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?

“Zo veel mogelijk maken, laten zien en niet bang zijn voor kritiek. Dat helpt je uiteindelijk alleen maar verder. Er is niets constructiefs aan blijven hangen in je eigen onzekerheid. Ik zou willen dat ik dat wat eerder in zou hebben gezien.”

Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?

“Twee jaar geleden heb ik met Chris Dunnink, waarmee ik nu ook weer ga samen werken, een documentaire voor een populair televisieprogramma’s in het Midden-Oosten gemaakt: Qomrah tv. De film vertelt het verhaal van twee Syriërs in Kaapstad, Zuid-Afrika, Sultan en Mahmoud. De jonge mannen zijn daar gebleven nadat ze niet terug konden naar Syrië vanwege de oorlog. Niet lang na hun aankomst kochten zij een foodtruck om traditioneel Syrisch eten zoals hummus en falafel te verkopen aan de locals. Qomrah tv is populair in Arabische landen en heeft miljoenen kijkers. Het is een programma van MBC, een educatieve televisiezender. Tijdens de ramadan was er elke dag een uitzending. Dertig films in totaal, variërend van drama en animatie tot documentaire. Het programma is te zien in de gehele Arabische wereld. De presentator, Ahmad Al Shugairi, heeft 8,7 miljoen volgers op Instagram. Een Syrische vriend van me had ons getipt, en zowaar mochten we voor ze aan de slag. De film is overigens te zien via de crowdfundpagina van ons nieuwe project, onder het kopje ‘crew’.”

Wat mis je nog in het Nederlandse filmlandschap?

“Ik denk dat ontwikkeltrajecten als de Ontmoeting, en ook de initiatieven van CineSud, erg belangrijk zijn voor jonge ambitieuze makers. Ik merk zelf dat het echt een stimulans is om plannen te blijven schrijven en serieuzer en kritischer naar je werk en ambities te kijken. Iets dat in mijn beleving nog enigszins ontbreekt in het totaal aanbod voor jonge makers zijn initiatieven die begeleiden in de hele financierings- en distributiekant van het verhaal, in Nederland, maar ook internationaal.”

Wat zouden regio’s als bijv. Limburg, Friesland en Zeeland kunnen toevoegen aan de Nederlandse filmwereld?

“Ik denk dat het goed is dat er zich een filmcultuur ontwikkelt onafhankelijk van de randstad, om zo ook meer kansen te bieden aan makers daarbuiten. Niet alleen zijn het prachtige gebieden die veel te bieden hebben als het gaat om filmlocaties, en (cultuur)historie, het zijn net zo goed provincies waar creatieve mensen wonen met bijzondere ideeën.”