In gesprek met Niels Bourgonje

Niels Bourgonje praat over zijn nieuwe project Swipe en hoe hij zijn droom realiseerde filmmaker te worden.

Geplaatst op 30 januari 2019

Niels Bourgonje realiseerde al als kind hoe sterk en fascinerend het effect van verhalen in beeld is. Inmiddels is hij een succesvol filmmaker die met zijn meest recente film Skogafoss niet minder dan 15 prijzen gewonnen heeft. Nu is hij bezig met de voorbereidingen voor zijn nieuwe project Swipe, een horror film over een meisje dat ziet dat ze op een dating app een match heeft met een enge man, die ze eerder naar links heeft geswiped. Ze vermoedt dat de man gevaarlijk dichtbij is …

Wie ben je?

“Niels Bourgonje, 38 jaar, geboren en getogen in Enschede naast een videotheek. Dit laatste heeft er mede voor gezorgd dat ik altijd gefascineerd was door film, ook al kende ik niemand die iets met film deed. Het voelde als een wereld die onbereikbaar was. Pas tien jaar geleden durfde ik de stap te wagen om regisseur te worden. We zijn nu twaalf korte films en tientallen commercials verder. Ik probeer opdrachtwerk te combineren met mijn passie-projecten. De nieuwste daarvan is de korte horror Swipe.”

Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?

“Het klink misschien gek, maar ik geniet het meest de dag na de première. Als al het harde werk is afgerond en de stress van de premièredag is weggeëbd. Dan kan ik terugkijken op een geslaagde tijd waarin het gelukt is om te realiseren wat ooit begon als een simpel idee. En begin ik langzaam alweer te dagdromen over het volgende idee dat ik wil verfilmen.”

Kun je iets over Swipe vertellen?

“Mijn nieuwste film is misschien wel mijn meest ambitieuze project tot nu toe: een korte horrorfilm die ik wil opnemen in New York. ‘Swipe’ gaat over een meisje die een match heeft op een dating app met een jongen die ze nooit leuk heeft gevonden. Ondanks herhaaldelijke pogingen om van de match af te komen, blijft hij maar in de app verschijnen. Als ze in de metro zit, valt haar op dat de match een nieuwe foto heeft geüpload. Hij blijkt ook in de metro te zitten! Het is natuurlijk heel leuk om dit verhaal op te nemen in New York omdat ik ben opgegroeid met films die zich daar afspeelden. Maar juist na #metoo en de misogynie van Trump voelde de VS als het perfecte land om een verhaal te vertellen van een meisje die zich niet meer veilig voelt. Horror is voor mij altijd een stuk enger als ik voel dat er een kern van waarheid in zit.”


Wat is jouw motivatie geweest om films te maken?

“Als kind tekende ik stripverhalen in de klas. Dan vond ik het leuk om te zien hoe een klasgenoot, die aan de andere kant van de klas zat, reageerde op een tekening. Zonder dat ik een woord tegen deze persoon hoefde te zeggen. Met film bereik je een nog groter publiek. Het idee dat een film van mij ergens op de wereld in een bioscoopzaal wordt bekeken door honderden mensen die allemaal tegelijkertijd geraakt worden vind ik een enorme kick.”

Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?

“Helaas had ik de pech dat mijn ‘jongere ik’ nog geen beschikking had over een iPhone waarmee je al mooie beelden kan filmen of over montage programma’s die je eenvoudig kan downloaden. Anders had ik tegen hem gezegd dat hij geen excuus heeft om niet te filmen. Maar als ik echt terug naar de jaren 90 zou gaan, dan had ik hem waarschijnlijk gezegd om vrienden te zoeken die een eigen camera hebben. Hoe meer vlieguren je maakt, hoe beter je het filmvak beheerst.”

Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?

“Waarschijnlijk toch mijn meest recente film Skogafoss. Ondanks een relatief laag budget (10.000 euro) is het gelukt om een film te draaien in IJsland met een sterrencast (Martijn Lakemeier, Gaite Jansen en Anneke Blok). De film is al voor 50 festivals geselecteerd en won 15 prijzen. Deze film is van de grond gekomen door een ander tof initiatief: de Nieuwe Competitie van het Noordelijk Film Festival.”

Wat mis je nog in het Nederlandse filmlandschap?

“Ik mis meer initiatieven zoals CineSud Talent, De Ontmoeting en de Nieuwe Competitie. Er is in Nederland zoveel talent, maar het lijkt alsof de grote fondsen zich voornamelijk richten op de makers die van de Filmacademie komen. Terwijl je zou denken dat het juist interessant is om makers te steunen met een compleet andere achtergrond. Daarom ben ik blij dat ik nu door De Ontmoeting weer de kans krijg om een nieuwe film te maken. Mits ik de overige helft van het budget weet te crowdfunden natuurlijk.”

Wat zouden regio’s als bijv. Limburg, Friesland en Zeeland kunnen toevoegen aan de Nederlandse filmwereld?

“Door juist initiatieven te (blijven) steunen die kansen geven aan makers die anders door de mazen van het net dreigen te glippen. Als een autodidact filmmaker weet ik maar al te goed hoe belangrijk ze zijn om je hoofd boven water te houden en films te kunnen maken. Zonder initiatieven zoals De Ontmoeting, Nieuwe Competitie en mijn crowdfunders had ik nooit zo ver kunnen komen.”