In gesprek met Tommie Geraedts

Tommie Geraedts over het ontdekken van de menselijke staat van zijn en zijn nieuw film project Zwart.

Geplaatst op 7 februari 2019

Na een aantal producties voor, onder andere het Van Gogh museum in Amsterdam, en een afstudeerfilm die zelfs door artiesten als Kanye West opgepikt werd, is Tommie Geraedts nu bezig met zijn nieuwe korte film Zwart, een dystopisch komedie over online parties die meer over onze geheime verlangens weet dan onze partners.

Kun je iets over jezelf vertellen?

“Ik ben opgegroeid in Herten, bij Roermond. Gestudeerd in Breda en Londen, en daar ook 4 jaar gewoond. Sinds 5 jaar weer terug in Nederland (Amsterdam) en ik werk nu als regisseur bij Postpanic waar we voornamelijk aan commerciële filmprojecten werken. Ik heb een design en animatie achtergrond maar sinds enkele jaren werk ik aan live-action projecten.”

Waar geniet jij keer op keer van bij jouw vak? En waarom?

“Filmmaken is vooral een rollercoaster van stress en euforie door elkaar. Ik geniet erg van die momenten van creativiteit als ik alleen aan het schrijven of schetsen ben. Dat voelt echt als een licht en soepel gevoel in je buik. Daarnaast ben ik van mezelf best wel een introvert en met filmmaken heb je veel close contact met verschillende mensen en disciplines. Dat voelt heel fijn, echt als persoonlijke groei ook. Het beste gevoel is als verschillende disciplines (camera, art direction, geluid etc.) samenkomen en elkaar ondersteunen en met nieuwe dingen komen die je als regisseur niet zelf had kunnen bedenken.”

Kun je iets over Zwart vertellen?

“Ik ben op het moment bezig met de financiering van de korte film ‘Zwart’ (6 minuten). Zwart gaat over de uitgebluste Ronnie en de relatie met zijn gelovige vrouw. Hij vergeet zijn wachtwoord op zijn computer en moet plots verificatie vragen beantwoorden. Onbewust geeft hij Meer prijs over zichzelf en zijn seksuele fantasieën dan aan zijn vouw, aan wie hij zichzelf behoorlijk ondergeschikt maakt. De film gaat over het feit dat we enorm veel online partijen zoals Google en Facebook toelaten in ons leven. Onbewust geven we hen mega veel informatie over onszelf. Deze data wordt steeds meer waard en we zijn ons nog nauwelijks bewust van de implicaties hiervan. Net zoals Ronnie in onze film maken we onszelf ondergeschikt aan de wensen van grote bedrijven in Silicon Valley door hen te laten bepalen wat we kijken, kopen, lezen, vinden etc. Waar zou dat heen gaan in de toekomst? De film is geschreven met Roy van Kessel en Arthur Menko.”

Wat is jouw motivatie geweest om films te maken?

“Filmmaken is voor mij het perfecte medium om de menselijke staat van zijn te ontdekken. Geluid, beeld, animatie, het komt allemaal samen in de cinema. Het is een empathie machine, het laat mensen de levens van anderen ervaren. Perfect gecondenseerd in ongeveer 110 minuten. Het is altijd een continu proces om echt je ‘stem’ te vinden bij het filmmaken. In het verleden heb ik veel ‘mooie plaatjes’ gemaakt maar ik wil vanaf nu echt verhalen gaan vertellen.”

Stel je krijgt de kans je ‘jongere ik’ zelf advies te geven, wat zou dat zijn?

“Ik zou eerder op zoek zijn gegaan naar jonge filmmakers en samen met hen korte films hebben gemaakt. Veel regisseurs zijn zo begonnen en hebben veel gewerkt met non acteurs of zelf geacteerd in hun eerste filmpjes. Daar leer je mega veel van en het is super leuk. Het is ook heel kwetsbaar, als je aan 10 mensen vraagt om te komen helpen met je filmproject voelt het alsof je je reputatie op het spel zet. Als je 19 jaar oud bent is die gun factor wat hoger nietwaar? Zelf zat ik vroeger liever achter de veilige computer websites of animaties te ontwerpen. Daar heb ik natuurlijk ook veel van geleerd.”

Welke prestatie heeft jou het meest trots gemaakt?

“Mijn afstudeerfilm ‘Eros’ kwam in 2009 online en werd meteen opgepikt door artiesten als Kanye West. Dat was erg spannend, maar ik antwoordde toen heel bleu dat ik ze een maand later wel zou terug bellen (ik ging op reis met een vriend). Een paar jaar geleden maakte ik voor het van Gogh museum een commercial die op Facebook miljoenen views kreeg, dat voelde ook erg gaaf.”

Wat mis je nog in het Nederlandse filmlandschap?

“Het is jammer dat de meeste Nederlandse projecten hun financiering van het Filmfonds moeten hebben. Ik hoor van collega’s dat ze een flinke vinger in de pap willen hebben qua inhoud en regie van de projecten. Ik kan me voorstellen dat je daar moeilijke politieke spellen mee moet spelen. Ik zou meer films willen zien die de brug kunnen slaan tussen publieks- en arthouse films.”

Wat zouden regio’s als bijv. Limburg, Friesland en Zeeland kunnen toevoegen aan de Nederlandse filmwereld?

“Er schuilen enorm veel boeiende verhalen in de gebieden buiten de Randstad-bubbel. Kijk ook eens naar de cinema die België voort brengt. Ik denk zeker dat er een ‘Helaasheid der dingen’ of ‘Broken Circle breakdown’ in Limburg schuilt, die verhalen spelen zich op het platteland of in een dorpje af. Ik vind het goed dat het gestimuleerd wordt om lokaal te gaan produceren. Een aantal jaar geleden heb ik een script ingeleverd in Amsterdam over een jongen in Limburg. Er werd vanuit het Amsterdamse productiehuis voorgesteld om het gewoon in de buurt van Amsterdam te draaien. Ik kom zeker een keer terug om het te maken, – en dan kalle ver geweun plat op de set!”