Luca
Meisters (1996, Maastricht) is in 2019 afgestudeerd als regisseur aan
de Toneelacademie Maastricht. Ze regisseert zowel theater als film.
Voor
haar afstuderen maakte ze de voorstelling Mijn Leven Onder Water bij het Laagland i.s.m. VIA ZUID, en de korte film Elf (When Birds Fly Low), in
samenwerking met studenten van de Nederlandse Filmacademie. Haar
voorstellingen en films gaan vaak over kinderen of jonge mensen die
worstelen met opgroeien; over het schemergebied tussen kind en
volwassen zijn.
"Waar je bij theater uren lang kunt zoeken met acteurs, en het ook weer om kan gooien, moet je in film sneller knopen doorhakken."
Regie aan de Toneelacademie
"Ik wist al langer dat ik voor mijn afstuderen aan de regie opleiding van de Toneelacademie Maastricht een korte film wilde maken. Gedurende mijn studie heb ik al vaker gewerkt met film als medium, maar dit was meer in de vorm van video-installaties. Als regisseur aan de Toneelacademie is het niet heel gebruikelijk om af te studeren met een film, maar omdat ik goed kon onderbouwen waarom ik dit wilde doen, werd het goedgekeurd."
"Tijdens
mijn studie heb ik vaker gewerkt met kinderen in voorstellingen en
installaties, en ik wist in mijn derde jaar al dat mijn afstudeerfilm
moest gaan over een meisje dat al jong te groot moet zijn. Ook
wist ik al vrij snel dat het zich voornamelijk af moest spelen in en
rond een huis, en dat ik het spannend vond als de vader afwezig zou
zijn, en het meisje voor haar moeder en broertje zou moeten zorgen.
Daarna is het verhaal stukje bij beetje gegroeid. De
film gaat over de elf-jarige Elf, die na het verdwijnen van haar
vader de zorg voor haar moeder op zich heeft genomen. Terwijl haar
moeder zich steeds verder terugtrekt boven in het huis, en Elf de
dagen - die soms wel eeuwen lijken te duren - doorbrengt met haar
broertje, verlangt ze naar haar vader."
Over When Birds Fly Low
"De film gaat voor mij over de ongekende veerkracht die kinderen hebben, en over de manier waarop kinderen om kunnen gaan met dingen die te groot zijn om te bevatten. Over hoe fantasie en werkelijkheid dan door elkaar kunnen lopen, maar hoe dat soms de enige manier is om de wereld om hen heen te leren begrijpen en misschien wel accepteren."
"In mijn hoofd had ik een aantal beelden - tableaus eigenlijk. Met die beelden in mijn hoofd ben ik scènes gaan schrijven. Zo vormde zich langzamerhand een verloop. Binnen een maand was er op deze manier een eerste versie van het scenario klaar. Toen mijn coach Martijn Maria Smits even later in beeld kwam, is het scenario naar aanleiding van feedback en gesprekken met hem nog best veel veranderd. Het bleef in ontwikkeling tot twee weken voor het draaien. Vooral over de aanwezigheid van Elf’s vader hebben we veel nagedacht. Die scenes heb ik vaak omgegooid. Ik wilde graag dat je als kijker ergens zou twijfelen of hij er wel echt is - en het was best zoeken naar hoe je zoiets toont."
Familiale chemie
"Voor
deze film werkte ik voornamelijk samen met een aantal studenten en
alumni van de Nederlandse Filmacademie, die dit project naast school
deden. De rest van de crew bestond uit mensen die vaker aan
CineSud projecten hebben meegewerkt. De productie deed ik zelf. Dat
was een hele uitdaging, maar daardoor heb ik wel van A tot Z ervaren
hoe het proces van een film maken in elkaar zit. Het was een relatief
kleine crew, waarin een paar mensen dubbele rollen vervulden. Maar
iedereen was even gepassioneerd en ik heb het gevoel dat iedereen
heel erg in zijn eigen kracht kon staan."
"De
hoofdrollen in deze film zijn weggelegd voor twee kinderen. Ella van
Gennip en Siem van Gennip spelen Elf en Jonas. Zoals je kunt zien aan
de achternaam zijn ze ook echt broer en zus. Voor een ander project
op de Toneelacademie had Ella al bij mij gespeeld, en ik had haar al
vanaf het begin in mijn hoofd voor de rol van Elf. Toen ze later
vertelde dat ze een broertje had, en hij ook nog eens heel goed bleek
te kunnen spelen, was dat natuurlijk fantastisch."
"Het
was ontzettend fijn dat er al een natuurlijke chemie was tussen die
twee. Mede daardoor ging alles heel erg vanzelf. Ik heb bewust niet
met ze gerepeteerd, alleen tijd met ze door gebracht om elkaar te
leren kennen. Zo was er op de set genoeg vertrouwen. Die kids hebben
het echt ontzettend goed gedaan. Ze waren onwijs geconcentreerd, en
verbaasden me in hoe goed ze aanwijzingen op konden volgen - en
dingen konden herhalen. En dan tussendoor ook nog gevat zijn en
grapjes maken met de crew."
Improvisatie op de set
"Soms waren er wel momenten waarop ik alles uit de kast moest halen. Zo was er een moment waarop ik aan Siem vroeg of hij tijdens een scene heel even in zijn neus kon peuteren. Dat vond hij in eerste instantie ‘vies’. Toen riep ik: ‘Oke jongens, allemaal even peuteren in je neus!’. Toen al die volwassenen om hem heen dat inderdaad vol enthousiasme deden, was Siem daarna overstag."
"Ook het werken met acteurs Judith Pol en Dries Vanhegen was heel fijn. Door mijn opleiding heb ik veel ervaring met het werken met acteurs en het voelde op de set eigenlijk niet heel anders dan op de vloer in het theater. Heel anders is wel dat je voor een film veel sneller moet kiezen wat je wil. Waar je bij theater uren lang kunt zoeken met acteurs, en het ook weer om kan gooien, moet je in film sneller knopen doorhakken. Maar dan kun je op een kleiner niveau natuurlijk wel nog door blijven regisseren en de nuances opzoeken."
"Op de set was er ook genoeg tijd voor improvisatie. Met DOP Brian van Dijk heb ik het eerst lang gehad over de sfeer die we wilden neer zetten en daarna werkten we samen aan een shotlist. Af en toe zei ik tegen hem dat ik het graag wilde bepalen als we op de set stonden. Daar stond hij voor open en uiteindelijk is dat heel goed verlopen. Het hielp dat we heel goed wisten waar we naar zochten en dat er een open sfeer hing, waarin iedereen flexibel was."
Struikelblokken en regelingen
"Het
grootste struikelblok was het vinden van een locatie. We hadden een
heel specifiek idee van het soort huis waarin we wilden draaien.
Kathleen Hilbers en Meret Wellmann deden production design en
kostuum, maar hebben ook uren in de kou met mij op de fiets gezeten
op zoek naar een huis net over de grens in België, maar zonder
succes. Mensen zagen het niet zitten, zo’n filmploeg in hun huis.
Toen heeft Kathleen het hele internet doorgespit, daarna zo ongeveer
alle makelaars van Limburgs België afgebeld, en uiteindelijk kregen
we van één makelaar toestemming om in een bepaald huis te filmen.
Maar dat moesten we wel nog helemaal inrichten. Dus gingen we met een
bus op pad en hebben Kathleen en Meret met tweedehands meubels het
hele huis ingericht."
"Om
aan financiering te komen heb ik met Stichting MCEM kleine fondsen
aangevraagd. Het is een stichting die jonge kunstenaars helpt met
cultureel ondernemerschap. Ook kon ik mijn afstudeerbudget van de
Toneelacademie gebruiken en kreeg ik van CineSud als co-producent
een bijdrage.
Hiervan
konden we uiteindelijk 4 dagen draaien. DOP Brian had een indicatie
gemaakt van de tijd die we ongeveer nodig zouden hebben per scene. Zo
konden we de planning maken.
Omdat
we met kinderen werkten moesten we ons echt aan die planning houden -
we konden niet uit lopen. Uiteindelijk waren we ook meestal precies
op tijd klaar, en soms moesten we gewoon maar tevreden zijn met dat
wat erop stond."
De postproductie
"Mischa
Lamping heeft de edit van de film gedaan. Hij had de eerste dag alles
achter elkaar gezet zoals het in het script stond, maar toen we het
bekeken, concludeerden we samen dat het nog niet echt ergens naar toe
bouwde. Toen stelde hij voor om alles om te gooien. We hebben alle
scenes op memo-blaadjes geschreven en op tafel gelegd. Toen begonnen
we met schuiven. Toen hij daarna een nieuwe versie in elkaar had
gezet, zagen we allebei dat dit veel beter werkte. Toen werd dat de
basis en zijn we gaan werken aan de scenes apart. Later zijn er nog
kleine scenes verwisseld maar de grote boog bleef hetzelfde."
"De filmmuziek is gemaakt door componist en muzikant Minco Eggersman. Naar aanleiding van de film en sfeer ideeën deed hij een voorstel en daar kon ik dan weer op reageren. Dan paste hij het een beetje aan, tot we allebei vonden dat het helemaal klopte. Het sounddesign is gedaan door Jordy Ebben. Hij heeft zelf eerst een ruwe versie gemaakt en toen hebben we samen in een dag de puntjes op de i gezet. Ik vond het bijzonder om te merken dat de film steeds een nieuwe laag krijgt, door iedereen die er zijn specialiteit aan toevoegt."
"Tot
nu toe heb ik de film alleen nog vertoond voor mijn afstuderen. Hidde
de Vries van Kapitein Kort doet de festivaldistributie. Dat gaat nu
allemaal pas beginnen. Ik hoop natuurlijk dat de film op veel toffe
festivals kan staan, maar dat is afwachten."